Notitie van de auteur:
Als één van de
kleinkinderen van Atze Berends Krol, heb ik veel genealogische
informatie
over hem, zijn voorouders, zijn leven in de Verenigde Staten en zijn
gezin verzameld. Ik beschouw hem zeer vermeldenswaardig binnen de Krol
stamboom omdat hij zowel stoutmoedig van geest was alsook het
avontuurlijke karakter had om met zijn jonge gezin vanuit Friesland
naar de Verenigde Staten te emigreren. De Kroll afstammelingen in de
Verenigde Staten danken hun burgerschap- en rechten aan deze
interessante en moedige man die geen cent te makken had en het
Engels niet beheerste toen hij hier in 1913 met zijn gezin arriveerde.
Onderstaand relaas verhaalt over de deelname van
Atze Krol aan een uitzonderlijke schaatswedstrijd die slechts af en toe
kan worden gehouden en dan een zeer belangrijke gebeurtenis in
Nederland is.
Zijn deelname aan deze wedstrijd speelde zich af in het jaar voor het
vertrek met zijn
gezin uit de provincie Friesland. De bevestiging dat Atze Krol
inderdaad aan de Elfstedentocht van 1912 heeft deelgenomen heb ik
gekregen van de Koninklijke Vereniging De
Friesche Elf Steden.
Arthur
M.
Kroll
Virginia, USA
1912
De Tweede Elfstedentocht
In
1912 woonde
Atze Berends Krol
(geboren op 26 mei 1886 in Lichtaard) met zijn gezin in Driesum. Hij
trad op 17 mei 1906 in het huwelijk
met Wytske
Meinderts Talma uit Rinsumageest. Hij was boer van beroep en woonde aan
de Walddyk 5 in
de boerderij op de foto links. Deze foto werd beschikbaar gesteld door
Jouke Dantuma, erkend dorpshistoricus van Driesum, die in 2012 een
artikel schreef over Atze Krol omdat het in dat jaar honderd jaar
geleden was dat de Tweede Elfstedentocht werd gereden. Volgens dhr.
Dantuma werd de boerderij in de jaren 1960 afgebroken.
Atze
en Wytske kregen drie kinderen: Sytske, geboren op 12 maart 1907 in
Raard; Berend, geboren op 10 mei 1909 in
Driesum en Meindert, geboren op 20 juli 1910 in Driesum.
Het gezin verhuisde in 1908 van Raard naar Driesum. Atze Krol was ook
een schaatsliefhebber.
De Tweede Elfstedentocht was de eerste wedstrijd die door de nieuw
opgerichte Vereniging De
Friesche Elf Steden
werd georganiseerd. In de zomer van 1909 - op 2 januari van dat jaar
werd de eerste Elfstedentocht gereden - was de nieuwe Vereniging mede
daardoor optimistisch gestemd en werd dan ook een begin gemaakt met de
registratie van potentiele deelnemers aan een tweede wedstrijd. Aan het
begin van de daaropvolgende winter stonden er al honderden namen op de
registratielijst. In de winter van 1909-1910 vroor het evenwel niet
hard genoeg en de inschrijvingslijst werd geannuleerd. Voor de winter
van 1910-1911 werd een nieuwe lijst samengesteld maar ook dit keer was
de winter niet streng genoeg.
Door
deze ervaringen wijzer geworden besloot de Vereniging eerst maar eens
te wachten tot er ijs verscheen op de vaarten en meren alvorens een
aanvang te maken met inschrijvingen. De maand januari 1912 kende een
aantal valse starts. Begin januari kwamen er meldingen binnen over de
gunstige conditie van het ijs met als gevolg dat 20 januari aangewezen
werd als de dag waarop de Elfstedentocht zou worden gereden.
Aanmeldingen voor deelname aan de wedstrijd stroomden binnen en Atze
Krol was daar één van. Op
19 januari was evenwel de kwaliteit van het ijs dermate afgenomen dat
een nieuwe
datum werd vastgesteld: 23 januari. De dooi zette echter door met als
gevolg dat ook deze datum moest worden afgelast. In het begin van
februari kwam de vorst terug en wederom werd een nieuwe datum bepaald,
dit keer was dat 7 februari. Op die dag bleek de conditie van het ijs
matig. Daarnaast was de temperatuur boven het vriespunt en stond er een
warm lente-briesje. Bovendien regende het een aantal uren en stond er
derhalve water op het ijs. Van de 165 ingeschreven deelnemers kwamen er
100 niet opdagen. Met de overige 65 werd een bijeenkomst gehouden in
hotel Weidema en de daaropvolgende discussie ging over het "gekkenwerk"
van wat wel eens een gecombineerde wedstrijd in schaatsen en zwemmen
zou kunnen worden.
Uiteindelijk werd er een stemming gehouden waarbij 37 voor het doorgaan
stemden and 28 tegen. De wedstrijd ging dus door en omdat Atze Krol
één van de 37 was die voor hadden gestemd ging hij van
start.
Diverse verslagen van de
wedstrijd beschrijven de omstandigheden, de schaatsers die vooraan
reden, schaatsers die waren gevallen en daardoor kletsnat waren geraakt
en schaatsers die, letterlijk, door het ijs waren gezakt. Op een
overzicht van de 37 rijders staat uiteraard ook Atze Krol met zijn
respectievelijke doorkomsttijden.
In
1912 schreef Atze een brief aan het bestuur van Vereniging De
Friesche Elf Steden.
Daarin deed hij zijn beklag over de gidsen die volgens hem slecht werk
hadden geleverd. Op een meer verdwaalde hij zelfs. Vanwege
de verslechterende conditie van het ijs werd Atze door de Vereniging
gedwongen te stoppen en in Sneek, slechts 20 kilometer van de finish,
van het ijs gehaald. Hij en anderen moesten deze laatste kilometers van
de westrijd met de trein naar Leeuwarden afleggen. Daar kreeg hij
echter, evenals de anderen die tenminste Sneek hadden gehaald, wel het
Elfstedenkruisje.
Omdat hij geklaagd had,
heeft hij wellicht het kruisje later ontvangen.
Marilyn
Lewis, mijn nicht en een kleindochter van Atze Krol, ontving
enkele erfstukken na zijn overlijden maar geen van ons heeft het
Elfstedenkruisje in bezit dat hij in 1912 moet hebben ontvangen.
De foto links is een historische foto uit de
Elfstedentocht van 1912 waar het water goed op te zien is.
Op
de
groepsfoto hieronder staan alle deelnemers. Ik heb geprobeerd te
ontdekken wie daarvan mijn grootvader Atze Krol is maar ik ben daar
niet uitgekomen. Veel van de schaatsers zijn jongemannen met snorren
waardoor ze nogal op elkaar lijken. Daarnaast staan er meer dan 37
personen op de foto waaronder, naar ik veronderstel, een aantal
bestuursleden van de Vereniging. Bovendien beschik ik niet over een
foto van Atze Krol uit die tijd.
.
Een foto die ik wel heb is die van Atze en zijn gezin uit 1922. Zie
hieronder. Deze
foto werd genomen ten behoeve van een paspoort in verband met een reis
naar Nederland.
Het
doel van
deze reis was om het gezin van veehouder Lieuwe Wiersma en Tjitske
Wijga uit
Dantumawoude te begeleiden op hun emigratie naar Amerika. Tjitske
was een volle nicht van Atze Krol.
(Terzijde: De
boerenbedrijven van zowel Atze als Lieuwe, die beiden als
arbeiders in Amerika zijn begonnen, ontwikkelden zich tot de
grootste van Whitinsville, Massachusetts. Lieuwe had meer dan honderd
stuks melkkoeien en Atze
ongeveer zestig.)

In de Leeuwarder Courant van 8 februari
1912 staat een artikel over de wedstrijd, inclusief een lijst van
deelnemers en een aantal van hun doorkomsttijden. Zoals u ziet is
die van A(tze) Krol niet compleet omdat hij in Sneek moest stoppen. Op
de lijst staat hij onder nummer 20 maar dat was zijn wedstrijdnummer en
niet zijn plaats in de uiteindelijk uitslag:
De
top-tien van aankomst staat in onderstaand overzichtje dat van een
artikel op het Internet werd gehaald:
Coen
de Koning was een beroemd schaatser in die dagen en deze overwinning
droeg bij aan zijn naam en faam.
Jan
Ferwerda, als tweede aangekomen, werd eveneens bekend. Er is een boekje
van 38 pagina's in te zien op het Internet waarin hij zijn ervaringen
uit de Tweede Elfstedentocht beschrijft. Aan het eind van het boekwerkje wordt
een lijst van deelnemers vermeld met hun tussentijden per stad.
Atze
Krol uit Driesum staat als zesde op de lijst. Op vier na hebben alle
schaatsers de wedstrijd uitgereden. Van die vier was Atze
één van de twee die in Sneek moesten stoppen, de andere
twee waren al eerder gestopt:
Eerder genoemde kleindochter
Marilyn
Lewis is in het bezit van de schaatsen waarop ons beider grootvader de
Elfstedentocht in 1912 reed. Hij heeft ze meegenomen toen het gezin in
het jaar daarop naar de Verenigde Staten emigreerde. Hierbij een foto
van de schaatsen. Zij zijn de enig overgebleven tastbare herinnering
aan Atze Krol zijn belevenissen in deze beroemde wedstrijd.
Toen hij naar de Verenigde
Staten kwam veranderde Atze
Berends Krol zijn naam op enig moment in Arthur Burt Kroll. Hij voegde
een tweede "l" aan zijn achternaam toe omdat, volgens de overlevering
binnen onze familie, hij vond dat Krol veel op Duits leek.
Elders heb ik veel
meer geschreven over Atze Krol en zijn afstamming. Echter, het verhaal
van
zijn deelname aan wellicht de grootste culturele en sport gebeurtenis
in Friesland verdient naar mijn mening een aparte vermelding.
Arthur M. Kroll
|