RICHARD ZUIDEMA
(Dirk Willems Zuidema)
 

door Curt Doss



Mijn overgrootvader's naam is Richard Zuidema. Bij oudere mensen staat hij bekend als “Uncle Dick”. Hij werd geboren in Lichtaard, provincie Friesland, Nederland. Hij was de vierde van vijf kinderen. Hij ging van een Christelijke school in Nederland af op de leeftijd van elf jaar.

Op zestien jarige leeftijd zette zijn familie koers naar Amerika. Tijdens de zeereis overleed zijn vader aan longontsteking en kreeg een zeeman's graf. Van de vijf kinderen gingen er vier met de moeder mee want een zus was getrouwd en had een kind in Nederland en zij kwam later over. Zij huurden een vijf-kamer flat in Riverside, Paterson.

De oudste drie vonden vrijwel meteen een baan. Richard als timmerman en zij gebruikten hun gezamenlijk inkomen van negen dollar per week om de huur van zeven dollar te betalen. Spoedig vond hij een baan in een winkel voor elf dollar per week. Twee jaar later werkte hij als timmerman voor Cornelius Kievit en later werkte hij voor zijn zwager John Van Buiten. Hij begon voor zichzelf en hij bouwde zelfs het huis van zijn moeder aan North Eight Street, Prospect Park. Ook werkte hij voor Sam Teitsma, een andere zwager. Toen hij bij Sam in dienst was, maakte Richard de plannen en voerde Sam ze uit. Al met al was Richard vijftig jaar werkzaam in de aannemersbranch waarvan twintig jaar voor zichzelf.

Toen hij tweeentwintig jaar oud was trad hij in het huwelijk met Gertrude Udes en verhuisde hij naar Westervelt Avenue, Hawthorne. Hij kreeg zes kinderen: William, Grace, Ethel, Dorothy, Nicholas en Carrie die allemaal nog in leven zijn (d.d. 1976, red.). Ook heeft hij achttien kleinkinderen, meer dan zestig achterkleinkinderen en ongeveer zes achterachterkleinkinderen. Zij vierden hun 50-jarig huwelijk  in 1948 en in 1951 overleed Mrs. Zuidema.

Richard Zuidema was vijfenvijftig jaar lang organist waarvan hij zeventien jaar dirigent was van het koor van de Second Christian Reformed Church in Prospect Park. Ook was hij op de leeftijd van zevenenzeventig jaar ouderling van deze kerk. Hij was zeer betrokken bij Christelijke aktiviteiten. Zestien jaar lang was hij lid van het bestuur van de North Fourth Street Christian School en van die zestien jaar was hij acht jaar voorzitter.

Richard verrichtte wat bouwwerkzaamheden voor de Prospect Park National Bank en de Savings and Loan Association. Hij maakte vele jaren deel uit van de beoordelingscommissie van de bank. Recentelijk is hij niet aanwezig geweest bij de vergaderingen maar is hij directeur-in-ruste.

In 1940 werd Prospect Park Bank door bandieten overvallen die achttienduizend dollar buit maakten. Vice-president Richard Zuidema bukte om de alarmknop in te drukken. Daarna kroop hij voorzichtig de trap op waar een vergadering gaande was. Richard en de andere directeuren klommen uit het raam. Een bandiet in de vluchtauto waarschuwde door signalen dat het alarm was afgegaan en zij maakten zich snel uit de voeten. Terwijl zij op de vlucht sloegen vuurde Albert Bauman vijf schoten af waarvan één de auto raakte. Ze wisselden de auto voor een vrachtauto om geen verdenking op zich te laden maar al snel werden ze gepakt en geidentificeerd.

Tijdens de depressie zwierf hij zeven weken rond en bouwde een hoge boodschappenrekening op. Tot hij weer vast werk gevonden had aten ze niet veel. In de Eerste Wereldoorlog had hij zich in laten schrijven maar de wapenstilstand werd gesloten alvorens hij daadwerkelijk werd opgeroepen.

Hij werd bijgeschreven in het Congressional Record ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag. Een quote was: "Op honderd jarige leeftijd ben ik niet meer zo kwiek als ik eens was maar afgezien van de bril, hoorapparaten en zwakke benen, ben ik prima in orde". Hij zegt:"Het leven is goed voor mij geweest om de eenvoudige reden dat God goed voor mij is geweest. Zonder geloof in God is er geen hoop noch voldoening in het leven, hier en hierna".

Hij speelt af en toe nog steeds op het pijporgel. Op de leeftijd van vijfennegentig jaar ging hij met het vliegtuig naar Grand Rapids, Michigan om zijn kleindochter op Calvin College te zien afstuderen.

Hij herinnert zich in 1904 Teddy Roosevelt in Paterson te hebben gezien op North Eleventh Street en Haledon Avenue. Kort daarna kocht hij het huis. Het was op de lokatie waar nu Wilkin’s Formal Wear is, maar in 1920 werd het tien meter verplaatst.

Met hulp van mijn overgrootvader,
twee tantes en mijn grootmoeder.