Een bijdrage van:


Andries Dijkstra



Het boerenbedrijf in Friesland maakte in de jaren 1880 - 1905 een periode van crisis door. Na 1900 ging het langzaam weer wat beter met de economie. Naast Engeland ontwikkelde ook Duitsland zich tot een belangrijk afzetgebied voor de Friese zuivelindustrie.Op 5 mei 1891 werd bij kastelein Strooisma in Marrum een bijeenkomst belegd als gevolg waarvan de oprichting van de eerste cooperatieve Zuivelfabriek in Ferwerderadeel een feit was. In datzelfde jaar werd voor fl. 14.860,-- de bouw van de fabriek gegund aan Jan Dijkstra. De "molkfabryk" kreeg zijn plaats op een daartoe geschikt terrein, dicht bij de vaart en aan de hoofdweg naar Westernijkerk. Een paar jaar later werden in Ferwerderadeel nog twee zuivelcooperaties opgericht, die fabrieken in Birdaard en Barthlehiem bouwden.

Het jaarverslag van de "Coop. Stoomzuivelfabriek Marrum. Boekjaar 12 Mei 1908 - 12 Mei 1909" geeft ons een aardig beeld van de zuivelindustrie uit die jaren:
Na een kort inleidend schrijven werd de lijst van leden opgenoemd, hun woonplaats, het aantal koeien en het aantal stemmen wat dat in de cooperatie opleverde. In dat jaar waren er 99 leden met 1271 koeien terwijl er een kleine honderd niet-leden waren die van bijna 350 koeien de melk leverden. De leden woonden in de dorpen Blija, Ferd, Genum, Hallum, Hogebeintum, Marrum en Westernijkerk. De grootste boer melkte 28 koeien, dat was A. van Dijk uit Hogebeintum die daarmee 3 stemmen in de cooperatie kreeg. De kleinste gardenier melkte 3 koeien, dat was E. Broersma uit Ferwerd, die 1 stem had.
In hett betuur hadden zitting: D.Y. van der Werff, D.J. van der Mey, K. de Groot en C. Meekma terwijl de raad van commissarissen werd gevormd door T.W. Jensma, F.J. Stienstra, S. Roeda en G. Dijkstra.

Dan nu even wat wetenswaardigheden aangaande het personeel. Op 12 mei 1909 stonden de volgende personen op de loonlijst:

- Directeur-boekhouder
- Assistent
- Kaasmaker
- Machinist
- Centrifugist
- Melkonderzoeker
- Arbeiders (2)
- Botermaker
- Kuiper
- Arbeiders (4)
- Arbeider (1)
- Arbeider (1)
fl.
fl.
fl.
fl.
fl.
fl.
fl.
fl.
fl.
fl.
fl.
fl.
1440. --  per jaar met vrije woning
    14.00  per week
    12.50  per week met vrije woning
    11.50  per week met vrije woning
      9.50  per week met vrije woning
      8.50  per week met vrije woning
      8.50  per week met vrije woning
    11.50  per week
    10.50  per week
      9.50  per week
      9.00  per week
      7.50  per week



Het personeel heeft om de 10 dagen één dag vrij, terwijl Zondags 2 vrij zijn. Aan loon betaalde de cooperatie deze mannen fl. 9.786,50 en er werd dat jaar 5.677.703 kg melk verwerkt.

Gefabriceerd werd:

155.164 kg boter
128.695 Edammers, 12.217 commisie
1250 Middelb. en 259 Nagelkazen
verkocht aan melk enz.
fl.

fl.
fl.
---
fl.
97.595,09

90.426,60 1/2
10.195,41 1/2
---------------
298.195,11

De bruto opbrengst per kg melk: 5,25 cts ruim.

Maar hoe tevreden de leden ook waren over het bedrijfsresultaat, ook toen in 1909 was er al sprake van een milieuprobleem! Er moest wat gebeuren, zulks kon men niet toelaten! "Met de Gezondheidsdienst werd overleg gepleegd inzake het vervuilen van de slooten achter de fabriek door het afvalwater. Teneinde hierin verbetering te brengen zal getracht worden het vervuilde water door den Ferwerder poldermolen in de vaart te brengen".

In 1909 verliet directeur U.Kooistra Marrum. In het jaarverslag schreef hij een woord van afscheid.
Een paar citaten daaruit:

" Ruim 12 1/2 jaar ben ik nu alhier werkzaam geweest en deze jaren waren van veel belang voor den landbouw in het algemeen en voor de zuivelbereiding  in het bijzonder. Na jaren van malaise kwamen betere tijden".
Hij vervolgt zijn epistel met de grote veranderingen diezich hebben voorgedaan bij het maken van boter en kaas, de verscheidenheid aan machines die daartoe werden aangeschaft en de noodzakelijke uitbreiding van de gebouwen die dat met zich meebracht. Bij dat alles benadrukte hij de "meest gewenschte medewerking en van bestuur en Commissarissen, en van de ledenvergadering".
Na goed tien jaar was de melkproduktie toegenomen met zo'n 3 miljoen kg, bovendien was de melkprijs dat laatste jaar één cent de kg hoger. Welnu, men kan begrijpen dat zulks en de boer en de kooperatie weer nieuwe moed geeft. Kooistra gaat verder met het vaststellen van het grote persoonlijke belang voor een ieder bij het lidmaatschap van de kooperatie. Woorden als "mede-eigenaar, gemeenschapsgevoel, solidariteit, bestaanszekerheid" vormen de kern van zijn betoog. Maar de ledenvergaderingen kunnen volgens hem wel wat beter bezocht worden! Koostra zag het altijd zo: "Het is de plicht de vergaderingen bij te wonen, al vermeldt de agenda niet veel bijzonders. Een ledenvergadering is op zichzelf al belangrijk genoeg, daar leert men de gang van zaken, de vereeniging kennen. Het is niet goed dat men wegblijft, indien men tevreden is met de zaak of wanneer men zogenaamd vertrouwen stelt in het bestuur en beheer. Wie niet op de hoogte is kan niet oordelen".

In 1916 was er groot feest in Marrum ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de fabriek terwijl op 27 maart 1941 om 15.00 uur de "Herdenkingsdag van het 50-jarig bestaan van de Zuivelfabriek Marrum - Westernijkerk" plaatsvond in de schuur van D. Stallinga.
Echter, als gevolg van zware concurrentie van grotere zuivelbedrijven moest de fabriek in 1979 haar deuren sluiten hetgeen veel commotie in Marrum veroorzaakte. Het verlies aan werkgelegenheid in samenhang met het vertrek van jonge gezinnen was moeilijk te verteren. Deze gevoelens werden o.a. tot uiting gebracht door het plaatsen van een rouwadvertentie in de Leeuwarder Courant:
 

Sneon is forstoarn myn âld fabryk

MARRUM

yn 'e âldens fan 88 jier,
berne to Nijtsjerk,
lêtste ropnamme "De Takomst".

Ps 22: 16-19

Dat hja dy't him oerlibje d'r rêst by hawwe.

                                       BERTUS MOLKBUS

Marrum, December 10, 1979





Bron:
Jaarverslag van de “Coöp. Stoomzuivelfabriek Marrum 1908-1909”.