Een bijdrage van:


Bauke Jousma



Rond het begin van de negentiende eeuw komen Otte en Joseph Tiken, twee broers uit Molbergen, in het hertogdom Oldenburg, als hannekemaaiers naar Hallum. Net als andere hannekemaaiers besluiten ze om na het seizoen in Hallum te blijven wonen. Otte leert in Hallum wittebroodverkoopster Trijntje Dirks Tuinstra kennen, waarbij hij drie kinderen verwekt: Marijke, Dirk en Carel.

Bijna een kwart eeuw later, in 1823, komt er nog een landgenoot van Otte en Joseph naar Hallum. Dit keer geen hannekemaaier maar een linnenweversknecht, zijn naam is Engelbertus Thiesling of Thijsseling, bijnaam: Bart Viever. Hij is de zoon van arbeider Hermann (Harmen) Thiesling en Harmina Koks, echtelieden wonende op Zwillbrock, burgemeesterij Vreden, in het Koninkrijk Pruisen.
Engelbertus heeft het zich in de eerste jaren in Friesland niet makkelijk gemaakt. Zo bracht hij in 1828 vijf weken in gevangenschap door. In oudejaarsnacht op 31 december 1827 pleegde hij mishandelingen ‘jegens den persoon van Wypkje Hiddes Folkertsma’ en beledigde hij ‘eenen veldwachter, tijdens dezelve in functie was’. Naast gevangenzetting moest hij ook nog een boete betalen van acht gulden. Een jaar later is het letterlijk weer raak. In de late zomeravond van 2 augustus 1829 pleegt hij verregaande mishandelingen tegen Rinse Rinses Posthuma. Als straf wordt hij zes maanden gevangen gezet en moet hij wederom een geldboete betalen van acht gulden.

In Hallum komt Engelbertus op een gegeven moment in contact met de familie Tiken en in het bijzonder met Marijke Ottes Tiken. Ze besloten te trouwen. De vooraankondigingen voor het huwelijk vonden plaats voor de hoofddeur van het grietenijhuis te Ferwerd, op de zondagen van twaalf en negentien augustus 1832 om 11 uur in de voormiddag. Het huwelijk dat de twee aangingen op 6 september 1832 had nogal wat voeten in aarde. Voor het huwelijk moesten de bruid en bruidegom namelijk een extract uit het geboortenregister overleggen. Vanuit Pruisen wilde men dit extract van Engelbertus echter niet verstrekken. Dit had voor Hermann en zijn vrouw Harmina een reis naar Eibergen tot gevolg. Daar verklaarden zij voor openbaar notaris Gerrit ter Braak onder ede dat Engelbertus een wettige zoon van hen was en dat zij toestemming gaven voor het huwelijk (zij waren zelf niet aanwezig bij het huwelijk).
De acte daarvan werd opgestuurd naar het gemeentehuis in Ferwerd, zodat de twee alsnog konden trouwen. Echter, niet na het voorlezen van nog een andere acte. Dat was een acte waarin vier ingezetenen van Hallum verklaarden dat Engelbertus in 1823 in Hallum was komen wonen.
Enkele dagen na de bruiloft is het weer feest: Marijke bevalt op 11 september van een tweeling, Miena en Trijntje. Het feest is evenwel van korte duur want binnen enkele weken overlijden beide dochtertjes.

Otte Tiken en Trijntje Tuinstra, de ouders van Marijke, besluiten in 1834 alsnog te trouwen waarbij zich het bijzondere feit voordoet dat Engelbertus daarbij getuige is als aangehuwde zoon der bruid!

Meester linnenwever Engelbertus en zijn echtgenote Marijke krijgen nog zeven kinderen: Trijntje, Mientje en Otte (laatste twee op jonge leeftijd overleden), Antje, Mina, Otte en een levenloos geboren dochtertje. Alle kinderen worden geboren in Hallum. Een half jaar na de geboorte van het levenloze dochtertje komt Engelbertus Thiesling in Franeker te overlijden waarvan aangifte werd gedaan door een ‘medicin doctor’ en een ‘oppasser’...

Engelbertus zijn vrouw Marijke blijft achter met drie dochters van respectievelijk 17, 10 en 7 jaar en een zoontje van 4 jaar. Op 63-jarige leeftijd overlijdt Marijke in haar huis op No 40 te Hallum.





Bronnen:
- It Ryksargyf, Leeuwarden: Minuten van arresten van het Hof. Toegang 16: Register van veroordeelden.
- It Ryksargyf, Leeuwarden: Burgelijke stand Ferwerderadeel en Franeker.
- Nieuwe Dockumer Courant, 30 juni 1966.