Historische Vereniging Noordoost-Friesland
Jan Binnes

Jan Binnes

Mannelijk 1744 - 1797  (53 jaar)

Persoonlijke informatie    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Jan Binnes 
    Geboren 1744  Wijgeest, Kollumerland en Nieuw-Kruisland, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    • Feitbeschrijving: _DATE: 1744
    Gedoopt 12 apr 1744  Oudwoude, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    Overleden 18 feb 1797  Leeuwarden, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Aantekeningen 
    • Doopboek Herv. gem. Oudwoude en Westergeest DTB inschrijving doop Datum: 12-04-1744 Plaats: Westergeest/Oudwoude Dopeling Jan Vader Binne Jans

      Kriminaliteit yn Dantumadiel 1700-1811: Jan Binnes, boer, syn frou Sytske Gabes, 49 jier, Aldwâld, 234-18-11-1778 Jan 35 jier, "boerewerk oefenende" en 235-17-12-1778, 305-15-12-1789.

      Reinier Dibbetz, redacteur van het blad "Heraclyt en Democryt" houdt staande dat de leden van het hoogste Gerechtshof, : Jan Binnes (hoe doodschuldig hij ook weezen mogt) VERMOORD hebben, door hem Revolutionair met vijf tegen drie stemmen, zonder Form van Proces ter dood te verwijzen.

      VONNIS Jan Binnes: Jan Binnes, gev: en beklaagde. Alzoo den Hove van Friesland uit de Confessie van Jan Binnes van Oudwoude teegenwoordig gevangen en anderzints genoegzaam gebleeken is, dat den gevangen op den 3. Februarij 1797 zig aan het hoofd van een groote troup volks, gewapend met een geweer, vorken, seijssen, snoeijmessen, stokken en allerleij moordgeweer, heeft begeeven na Collum en toen aldaar met de Sabel in de Vuist op de Rechtkamer is ingedrongen, den Praesident van het Gerechte, Jacob Ellens, in zijn functie, met de dood heeft gedreigd, bij aldien Jacob Ellens aan den gev: niet zeide wie teegen Abel Reitzes getuigd hadde, dat dit gepleegd geweld en oproer ten gevolge heeft gehad, dat Abel Reitzes uit handen der JJustitie is ontzet geworden en dat den gevangen des dags daar aan volgende zig weder met de oproerige hoop muitelingen in grooten getale te Collum heeft laaten zien, en toen heeft uit gemunt in oproerigheeden en geweld, hebbende Elle Ellens onder bedreiging des doods gedwongen om meede te gaan - dat den gevangen op dien dag van Collum met de oproerige bende is gegaan naar 't Collumer Vallaat, en aldaar aan het huis van Abel Keuning heeft geplundert, gestolen, gevloekt en gedreijgd om alles in brand te steeken, den Fiscaal Jackle IJpma kwaadaardig voor 't hoofd heeft geslagen, en teegen de huisvrouw van Abel Keuning gezegt, duivels beest, wat beweegt mij, datik dij de harssens niet in slaa. - dat de gev: met het ligt in 't hooij gezogt heeft om Abel Keuning te vermoorden, zeggende, terwijl hij met een vork in 't hooij stak ben hier ook duivels in 't hooij. - dat den gevangen vervolgens het aldaar gestolene goed met de andere oproermakers heeft gedeelt, en zig beroempt Capitain en meester van de gantsche meenigte te zijn en dat in het geheele huis geen patriottisch bloed zoude overblijven. - dat den gevangen ook gezegd heeft, dat een bedsteede moest worden doorzogt of Abel Keuning daar ook was, dat hij dan oook voor den duivel zoude sterven. Al hetwelk zijnde zaken van zeer kwaden gevolge en daarom anderen ten exempel wel zwaarlijk behooren te worden gestraft, - zoo is 't, dat het voors: Hoff, op alles rijpelijk gelet en geconsidereert hebbende, het geene men in deezen behoorde te considereeren , in den naam en van wegens het volk van Friesland den voorn: gev: heeft gecondemneert en condemneert hem bij deezen, omme bij den Scherprechter ophet Schavot geleijdet, aldaar met den zwaarde geexsecuteert en alzoo van het leven ter dood gebragt te worden. Actum den 18 Februarij 1797.

      Bron: De Friesche Courant van 21 februari 1797. Jan Binnes van Oudwoude, ongeveer drie en vyftig Jaaren oud, werd, van wegen het Hof van Justitie, den dood aangekondigd; uit eenige zyner uitdrukkingen scheen het, als of hy dit schadlyk lot wel verwacht had; zynde dit de gewoone uitwerking van een overtuigd en knagend gewisse. Ingewikkeld beklaagde hy zig ook, dat hy, daar er zo veele neffens hem, aan den zelfden gruwel schuldig waren, thans alleen ter dood gebragt, en dus het slagtoffer onder zo veelen, zou worden. De Scherprechter, D. van Gorkum, een braaf Grysaart, van in de zeventig Jaaren oud, had voldoende reeden bygebragt, waarom hy deeze Executie niet kon ten uitvoer brengen; één der Hofs dienaren, Hendrik Gjalts genaamd, begreep het zyn pligt te wezen, het Hof in deezen ten dienste te moeten staan, en deed het grootmoedig, het Republikeinsch aanbod, om, zo men hem de uitvoering toevertrouwde, de Executie te verrigten, onder 't opzigt van Vader van Gorkum: dit aanbod werd, met betuiging van erkentlykheid, aangenomen, en het Straf-uur op vier uuren in den nademiddag bepaald. Jan Binnes werd met de gewoone staatsie van 't Blokhuis naar de Canselary geleid: de toevloed van Menschen was ontzaglyk. Jan Binnes, anders een woeste knaap, stond thans sidderende voor zyne Rechters: zyn vonnis werd hem voorgeleezen. Op de meeste Artiekelen ten zynen lasten, boog hy zagtlyk het hoofd; liet een diepe zugt, en bad nu en dan met een flaauwe, beevende steem: 'O God! wees my genadig!' De sententie hem voorgelezen zynde, keerde Jan Binnes zich tot zyn Rechters: in een smeekende gestalte naderde hy hen, een weinig; met de handen zaam gedrukt, zo veel zyne ketenen toelieten, en de oogen naar de grond geslagen, deed hy hen, terwyl de traanen hem over de bleekbestorven wangen biggelde, het volgende verzoek. 'Myn Heeren mag ik U bidden, dat myn dood Lighaam aan myn Familje mag bezorgd worden!' - 'Aan uw verzoek zal voldaan worden!' gaf de President van den Justitieraad hem ten antwoord, en hier mede werd de ongelukkige naar 't Schavot geleid.

      Kollumerland en Nieuw Kruisland door Mr. A.J. Andreae, pagina 122 e.v. Reeds twee jaren tevoren (10 Februarij 1795) was, tengevolge van de toenmalige oproerige bewegingen in dit gewest, de grietman Van Scheltinga van zijn ambt vervallen verklaard en met zijne ambtgenooten op het blokhuis te Leeuwarden gevangen gezet, terwijl ook aan den secretaris Gerroltsma, 'om 't weigeren der Friesche Verklaring', den 11den Maart van het volgende jaar zijn post was ontnomen. Kortdaarna werd aan Petrrus Adrianus Bergsma het bestuur opgedragen over Kollumerland en Dantumadeel, onder den titel van baljuw, terwijl Jan Braak tot secretaris van Kollumerland werd aangesteld. Twee jaren later, in Januarij 1797, ontstond er eene hevige volksbeweging te Leeuwarden, tengevolge het besluit der Nationale Vergadering, betreffende de burgerwapening. Weldra sloeg dit tot Kollum over, alwaar op den 3den Februarij van dat jaar zekere boerenknecht uit Munnekezijl, Abel Reitzes genaamd, 'die de oproerskreet: Oranje boven! Gestadig aanhefte', werd gevangen genomen, met het doel hem vervolgens op het blokhuis te Leeuwarden op te sluiten. Weldra vergaderde zich eene groote bende volks uit Kollumerzwaag, Westergeest en Oudwoude, die onder aanvoering van zekeren Jan Binnes van Oudwoude, naar Kollum oprukte en aldaar eenige huizen in brand stak. Al spoedig was de troep tot 2000 man aangegroeid, die met seizen, snoeimessen, sikkels, messen op stokken gebonden, met sabels en degens gewappend, het regthuis te Kollum binnendrongen en den toenmaligen voorzitter van den geregte, Jacob Ellens, met den dood dreigde, indien hij den prinsgezinden gevangene Abele Reitzes, niet wilde loslaten. Dit werd hun geweigerd, waarop zij met gewelld ten uitvoer bragten, wat zij door bedreigingen niet hadden kunnen verkrijgen. Zij vijlden de kluisters van den gevangene door en dwongen daarop den secretaris Braak eene verklaring te teekenen, dat hun nooit eenig leed wegens het bedrijven van deze daad zou overkomen. Onmiddellijk werd hiervan berigt gezonden aan Abele Keuning, kastelein op het Kollumervallaat, lid van het Provinciaal Bestuur, die in allerijl tijding van het gebeurde naar Leeuwarden zond.

      {Volgens zijne eigenhandige aanteekeningen, berustende op de Prov. Bibl. Van Friesland, was zijn naam Abel Wijbrens Keuning en den 22sten Aug. 1750 te Gerkesklooster geboren. In 1788 werd hij 'castelein en sluiswagter' op het 'Collumer-Vallaat' en werd hij in 1796 'medelid der municipaliteit van het District Kollumer- en Nieuwkruisland.' Hij vervaardigde onderscheidene gedichten en een verhaal van zijne lotgevallen van 1750 tot 1813.}

      Inmiddels had men ook dienzelfden dag te Dockum berigt gekregen van de handelingen der Prinsgezinden. Toen dezen namelijk op weg naar Kollum waren, hadden zij de trekschuit van Stroobos op Dockum ontmoet en onder geweldig vloeken en tieren te kennen gegeven, wat zij van plan waren. Terstond overlegde men daar, wat er in dezen gedaan moest worden en het geregt dier stad beval Hector Feugen, commandant der gewapende burgermagt, om met 56 schutters, voorzien van een veldstuk, des avonds ten 10 ure naar Kollum op te rukken, waar hij met zijne manschappen des nachts tusschen 2 en 3 uur aankwam. Uit Leeuwarden had tevens het Provinciaal Bestuur twee leden uit hun midden, Ament en Germans, derwaarts gezonden, onder een escorte huzaren. Bij Kollum gekomen, ontmoetten zij eenige volgelingen van Jan Binnes, die terstond werden omsingeld en van welke er 66 werden gevangen genomen. Naar Kollum gevoerd, sloot men deze gevangenen aldaar op in de kerk en liet ze streng bewaken.. DDen volgenden dag begaf Jan Binnes met de zijnen zich op nieuw naar Kollum 'in grooten getale'. Bij het Kollumervallaat werden zij aangevallen door eenige schutters, onder bevel van den luitenant Visscher, die door hen tot vlugten genoopt werdenn. Feugen rukte hierop met de overigen en het stuk geschut uit Kollum op en liet de luitenant van der Werf met een klein detachement aldaar achter. De Prinsgezinden werden wel door Feugen op de vlugt geslagen, maar ijlden nu naar Kollum, waar nog anderen uit O.-Dongeradeel en Burum zich bij hen voegden, en den luitenant van der Werf verjoegen. Nu hadden de Prinsgezinden de handen ruim. Zij braken de kerk open en verlosten de gevangenen. Hierna vormde de bende, die steeds meer en meer a aangroeide, het plan, om de dokkumer schutters, die bij het Kollumervallaat hadden postgevat, den pas af te snijden en naar Dockum op te rukken. Doch de schutters, hiervan onderrigt, spoedden zich naar hunne woonplaats terug, waar zij des avondnds omstreeks 7 uur aankwamen. Korten tijd daarna vertoonde zich de bende voor de stad en begon weldra een hevig geweervuur te openen, hetwelk door enkele geweerschoten beantwoord werd. Daar dit niet het gewenschte gevolg had, laadde men een stuk geschut en liet dit afvuren. 'De Oranje-kreet hield op en wierd vervangen door een akelig gekerm, (Och Heere! Mijn arme ziel) dat de lugt deed weergalmen, en boven alle beschrijving is, terwijl alles wat vlugten kon door heggen en struiken, sllooten en greppels het hazepad koos.' Keuning had het met zijne vrouw en drie kinderen ondertusschen hard te verantwoorden gehad. Toen Feugen met zijne schutters het Kollumervallaat achter den rug hadden, was Jan Binnes met eenigen der zijnen het huis van Keuning binnengedrongen, met het plan hem te vermoorden, hetwelk evenwel niet gelukte. Keuning verborg zich zoo goed hij kon, eerst 'in een hoek nevens eene bedsteed', later op den hooizolder en eindelijk in een paarderuif, waar hij 1 15 uren in den grootsten angst doorbragt, zoowel over zijn eigen lot, als dat zijner vrouw en kinderen, die inmiddels veel van deze woeste bende te lijden hadden. Verhit door jenever en wijn, 'dat zij schielijk ingezwolgen hadden', plunderden en vernielden zij alles wat onder hun bereik kwam. Des avonds ten half zeven uur rukte een detachement schutters en eenige friesche gardes met 2 veldstukken onder bevel van den commandant P. van Slooten, uit Leeuwarden naar Bergum en vervolgens i in de rigting van Kollum. Bij het Kollumervallaat gekomen bemerkten zij daar de woeste bende, die zij verjoegen, waarop zij meester waren van het huis. Den volgenden dag begaf Van Slooten zich met zijne manschappen in gezelschap van Keuning naar Kollum, waar zij ten elf ure, zonder eenigen tegenstand te ontmoeten, aankwamen. Ook van den kant van Groningen stelde men ernstige pogingen in het werk dit oproer te dempen. Te dien einde zond de luitenant-generaal Dumonceau, commandant van d de linker divisie der bataafsche armée, den kapitein Vincent met een detachement huzaren naar Stroobos, alsmede eene colonne naar Surhuizum, Buitenpost en Kollumerzwaag en eene andere door Grijpskerk en Visvliet naar Burum, 'terwijl hij zelf met het geschut langs het trekpad op Collum aanrukte', waar hij den commandant Van Slooten vond en van dezen vernam, dat het oproer gelukkig gedempt was. Den 13den Februarij trokken de twee leeuwarder detachementen weder naar Leeuwarden terug, waaaar zij met groote vreugde werden ingehaald. Jan Binnes, de aanvoerder der oproerige bende, was gevangen genomen. Den 14den dezer maand werd hem aangezegd: 'dat hij zich te bereiden had om 's anderen daags te sterven.' Hij werd veroordeeld, 'ommmme bij den Scherprechter op het schavot geleijdet, aldaar met den zwaarde geexecuteerd, en alzo van het leven ter dood gebragt te worden.' De scherprechter van Gorkum, 70 jaren oud, verontschuldigde zich wegen zijn hoogen leeftijd, om dit vonnis uit te voeren en toen zijn ambtgenoot uit Groningen, daartoe wel verzocht, maar niet verschenen was, bood zekere Hendrik Gialts, een van 's Hofs dienaren, aan, 'de Executie te verrigten, onder 'topzigt van Vader van Gorkum.' Op den volgenden dag, des namiddags ten 4 ure, werd het vonnis aan den veroordeelde voltrokken. 'Jan Binnes', zoo leest men in de Friesche Courant van den 21sten Februarij van dat jaar, 'verscheen op het schavot: hij knielde, zwaarlijk zuchtende, en zomtijds uitggalmende: Heere, ontfermt u mijner! - De dienaar Hendrik Gialts trad toe en sloeg, met eenen slag, den Muiter door den hals, dat de kop daarheen rolde! - Het beleid, de cordaatheid en de ongemeene vaardigheid van deezen Dienaar, in dit zijn nieuw handwerk betoond, zijn boven alle lof; alle Aanschouwers erkennen en bewonderen dezelven!' Inmiddels waren er onderscheidene personen sedert den 4den Januarij op het blokhuis gevangen gezet, waaronder uit Kollumerland: Eco de Wendt, Rudolp Rittsma, beiden uit Kollum, Eeuwe Ennes (Wiersma) uit Burum en anderen. Op den 10den dezer maand had een feest der patriotten te Burum plaats, 'daar kort te voren alles nog zoo hevig Oranje-gezind was.' Ten einde de noodlottige gevolgen af te wenden van het denkbeeld datde Burumers prinsgezind waren, zoo althans wordt verhaald, verdroegen zij zich met de andere partijen en ten bewijze, dat zij het meenden, vroegen en verkregen zij van den geregte toestemming, 'om een vrijheidsboom te mogen oprechten.' Eenige officieren bereidden het feest voor. De kapitein van Dunnen hield een 'Vaderlandsche aanspraak', er werd 'schoon musiek gemaakt en gedanst, terwijl men in het ledig staande Pastorie-Huis eene maaltijd aanrichtte voor de officieren en leden van het Geregte, en in andere huizen voor de hussaaren, soldaaten en verdere burgers en burgeressen. Hier toe werd een vet runderbeest en eenige schapen door de Burummers gekocht en ten geschenke gegeven, terwijl het aan brood, wijn en liqueuren niet mangelde: aan tafel wierd door den eersten luitenant Gosenson eenvaars opengesneden, dat met musiek gevolgd werd, terwijl men verder den dag en avond vroolijk sleet.'
    Persoon-ID I153084  SET
    Laatst gewijzigd op 24 jul 2020 

    Gezin Sytske Gabes Wadman,   geb. 1743, Oudwoude, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie,   ovl. 1 sep 1812, Oudwoude, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  (Leeftijd 69 jaar) 
    Getrouwd ca. 1768 
    • DATE: ABT 1768
    Kinderen 
     1. Jitske Jans,   ged. 18 mrt 1770, Oudwoude, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie,   ovl. 3 feb 1811, Westergeest, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  (Leeftijd ~ 40 jaar)
     2. Binne Jans Wadman,   geb. 31 mrt 1775,   ovl. 27 jan 1845  (Leeftijd 69 jaar)
     3. Gabe Jans Wadman,   geb. 12 feb 1781, Oudwoude, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie,   ovl. 19 jun 1865, Westergeest, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  (Leeftijd 84 jaar)
    Laatst gewijzigd op 27 jul 2021 
    Gezins-ID F152129  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Gebeurteniskaart Klik om te verbergen
    Link naar Google MapsGedoopt - 12 apr 1744 - Oudwoude, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie Link naar Google Earth
    Link naar Google MapsOverleden - 18 feb 1797 - Leeuwarden, Friesland, Nederland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 



© 2011 Historische Vereniging Noord-oost Friesland De Historische Vereniging Noordoost-Friesland is niet aansprakelijk voor de correctheid van de individuele gegevens. Er wordt zorgvuldig omgegaan met de gegevens van alleen niet meer levende personen en zoveel mogelijk aan bronvermelding gedaan. Correcties kunt u doorgeven via het contactadres. Suffusion theme by Sayontan Sinha