Homme van Camstra

- 1579

• Naam	Homme van Camstra
  Geslacht	Mannelijk
  Activiteiten	Hij trouwde in 1574 met dispensatie van paus Gregorius XIII en woonde met zijn vrouw op Sierdsmastate te Deinum. Op 18 mei 1569 wordt Homme van Campstra van Wirdum bij verstek verbannen en zijn goederen geconfisqueerd, omdat hij heeft “bygestaen, gedient, begunstigt en gevolgt de party en wederspanningheden van de prins van Oranje, opperhooft der wederspannige tegens syn Majesteyt, onder het bestier van de graeff Lodewyck van Nassau syn broeder, hebbende vyandelyk in de laeste somer overweldigt het Land van Groningen en andere van syn Majesteyt, als luytenant van de gesegde prins”. Op 31 jan. 1570 wordt de gevangengenomen Aucke Sjoertsz door het Hof van Friesland veroordeeld om onthoofd te worden, omdat hij Homme van Camstra heeft gediend in de slag bij Jemmingen, waar de hertog van Alva het opstandelingenleger een vernietigende nederlaag heeft toegebracht. In 1573 schrijft Homme van Camstra een brief aan zijn moeder Tietke van Camstra, wonende aan de Hofstraat te Emden. In 1574 verleent paus Gregorius XIII wegens te nauwe bloedverwantschap huwelijksdispensatie aan Homme van Camstra en Syouck van Liauckema. Syouck is een dochter van Schelte van Liauckema bij Jel Dekama, wier afstamming onder nr. F-IIb wordt gegeven. De dispensatie zal op grond van de gemeenschappelijke Camstra-afstamming noodzakelijk zijn geweest. In 1577 legateert Tjalling Camstra (nr. F-Ve) bij testament 1000 daalders aan Homme, de zoon van zijn broer Foppe. In 1578 betaalt Homme Campstara te Deinum 12 cg. aan personele impositie. Homme overlijdt op 9 febr. 1579 en nog datzelfde jaar wordt de inventaris van zijn nagelaten goederen opgemaakt, op verzoek van zijn weduwe Sjouck van Liauckama en hun zoon Tjalling van Camstra. Zijn nalatenschap werd op 20-11-1579 geïnventariseerd. Zijn naam op een zerk te Deinum,samen met zijn neef Ofcke van Feytsma (de Vrije Fries XXIII), 1915: https://koninklijkfriesgenootschap.nl/wp-content/uploads/2021/01/DVF1915_23.pdf T327-1116/1117:brieven van Homme aan zijn moeder Tietke (1573). Zie ook T327-1119/1120 en 1123/1127;T326-1209;GJB 1964-22;Grafschriften IV-58.
  Overleden	9 feb 1579
  Begraven	Deinum
  Persoon-ID	I118174	SET
  Laatst gewijzigd op	4 nov 2023

  
  

  Vader	Foppe van Camstra,   geb. 1530,   ovl. na 1570  (Leeftijd 40 jaar)
  Moeder	Tieth Ruurdsdr van Feytsma,   ovl. 16 apr 1606, Deinum
  Getrouwd	1551
  Gezins-ID	F24581	Gezinsblad  |  Familiekaart

  
  

  Gezin	Sjouck Scheltesdr van Liauckema,   geb. 23 dec 1550, Sexbierum ,   ovl. 16 apr 1599  (Leeftijd 48 jaar)
  Getrouwd	1574
  Kinderen	+ 1. Tjalling van Camstra,   geb. 1576,   ovl. 23 dec 1614  (Leeftijd 38 jaar)
  Laatst gewijzigd op	26 sep 2023
  Gezins-ID	F24671	Gezinsblad  |  Familiekaart

  
  

• Documenten

  Brief Ofcke van Feytsma aan Sjouck van Liauckema Brief Ofcke van Feytsma aan Sjouck van Liauckema, 1589, Toegangsnr. 327.1126. Sjouck is op dat moment weduwe van Homme van Camstra en Ofcke stelt voor om een conterfeitsel (portret) van hem te laten maken (naar een bestaand voorbeeld) voor 30 keizersguldens (caroliguldens). Met Tytske Camstra zal hij zijn tante Tieth Ruurdsdr van Feytsma (overleden 1606) bedoelen, de moeder van Homme en gehuwd met watergeus Foppe van Camstra. Niet lang daarna treedt hij met Sjouck in het huwelijk. Ofcke noemt nog de naam van Jacob Gerrits. Gedeeltelijke transcriptie (via Piet Bakker): (…) Voerts hebbe ick van mijn L[ieven] muije Tytske Camstra verstaen dat U.E. haer belast hadde om sekere contrefeijtsel vande E. Homme van Camstra [† 1579] te laeten naeschilderen derhalven zij met een schilder gesprooken heeft d’welke daer voer dartich keijsers gulden is eijschende, zoe veer hij het van alsulke groete zal maeken als U.E. tzelffde begeert te hebben t’weten een middelbaer mas lengte, ende het tafereel ofte bord waer inne dije schilderie gedaen zoude worden zal daerboeven noch omtrent ses ofte seven gelijke g[u]l[den] costen, dit heeft ze aen mij versocht dat ick U.E. wilde overschrijven, de wijle zij onseker is oft U.E. dye gissinge zoe hooge gemaeckt heeft, ende is alzoe oock nijet van menijge daer dueijeel te laeten doen voer ende aleer zij van U.E. naeder bescheijdt ontfangen zal hebben, insonderheijt angesijen dat het contrefeijtsel waer nae dije schilderie gedaen zoude worden, d’welcke van E. Homme van Camstra nijet wel representeert ende zeer wijnich gelijckt zal derhalven U.E. wel doen ende schrijven met d’eerste gelegenheijt haer gelijeven wederen over. Jacob Gerrijts heeft mij duslange met schoene woerden opgehouden ende altijt hoepenijge gemaeckt dat hij zijn achterstallige huijr wert zoude betaelen sonder meer de resten daerop te laeten geschijen dan dewijle ick bevinde dat het nijet als ijdele woerden zijn hebbe ick hem laeten citeren op d’eerste rechdach nae Allerheijlge ende zoe hoeft als hij gecondemneert zal zijn zal ick mij beneerstigen om datelijck d’executie te laeten leggen op de penningen dije E.E. in handen van zijn suster heeft laeten arresteren zoe veer hij midter tijt zelffs nijet en betaelt nijet meer dan U.E. hijer mede den almoegende heere beselende wuijt Leewerden den 24ste Octobris 1589 [Offke Feijtsma]