EMIGRANTEN 1889 - 1920

  

Poolse emigrant



Na de emigratie van de Afgescheidenen kwam in 1880 een tweede emigratiegolf op gang die het gevolg was van deplorabele economische omstandigheden. Als voorbeeld kan worden genoemd dat import van goedkoop graan uit Noord-Amerika in de landbouwsector van Nederland, en andere Europese landen, veel werkloosheid veroorzaakte gekoppeld aan armoede hetgeen vele landarbeiders en werklui heeft doen besluiten om te emigreren. Tussen 1880 - 1893 vertrokken tienduizenden vanuit zowel Antwerpen als Rotterdam naar de "Nieuwe Wereld". In 1889 gingen niet minder dan 15.252 landverhuizers aan boord in Rotterdam waarvan 5.862 Nederlanders. Echter, niet iedereen ging in dat jaar richting Noord-Amerika maar ook naar Zuid-Amerika. De "Nederlandsch - Amerikaanse Stoomvaart Maatschappij", beter bekend als de NASM en later als de HAL (Holland Amerika Lijn), had in 1888 een lijndienst geopend naar Argentinië daarin gesteund door de Argentijnse regering die de reiskosten voor haar rekening nam teneinde emigranten over te halen voor hun land te kiezen in plaats van Noord-Amerika. Voor menigeen werd dit avontuur een ware nachtmerrie: velen stierven, dikwijls van de honger, en honderden anderen keerden geheel berooid en met veel pijn en moeite terug naar hun vaderland. Zij die in Argentinië bleven hebben na vele jaren uiteindelijk een goed bestaan weten op te bouwen. Zie voor meer informatie omtrent landverhuizers naar Argentinië het hoofdstuk: Pasajes subsidiarios.

Waren het in voorgaande jaren vooral landverhuizers uit Duitsland die uit Rotterdam vertrokken, vanaf 1891 waren het in meerderheid emigranten uit Oost-Europa. In 1891 verlieten 7.312 Oosteuropese landverhuizers het continent via Rotterdam maar in 1913 was dit aantal toegenomen tot 44.299. Deze toename van Oosteuropese emigranten kan verklaard worden uit het feit dat de meesten van Joodse afkomst waren en veel te lijden hebben gehad van onheuse bejegening, vervolging en moordpartijen ("progroms") in hun vaderland. Met andere woorden: zij waren feitelijk vluchtelingen en een van de routes naar een veilig bestaan liep via Rotterdam om aldaar aan boord van een schip te stappen en te emigreren. Veelal hadden zij niet meer bezittingen dan de kleren die zij droegen. Het trieste verhaal van de Joodse emigranten is lang maar valt -met alle respect- verder buiten het kader van deze website.

In 1893 opende de NASM een landverhuizershotel op de Wilhelminakade in Rotterdam waarmee emigranten de mogelijkheid werd geboden op een enigszins fatsoenlijke manier het vertrek van hun schip af te wachten. Later werd op deze pier het hoofdkantoor van de HAL gebouwd en dat bestaat nog steeds. Niet langer als kantoorgebouw maar als het bekende en populaire hotel/restaurant/cafe "Hotel New York", genoemd naar het gelijknamige logement voor landverhuizers op het Noordereiland, meer dan 100 jaar geleden.

De piek in emigratie vond plaats gedurende de jaren 1901 - 1914. In deze periode vertrokken ongeveer 700.000 landverhuizers uit Rotterdam naar Amerika. Bijvoorbeeld:

- 1903 : 52.830 emigranten
- 1910 : 60.897 emigranten
- 1913 : 82.470 emigranten

De meesten arriveerden per trein in Rotterdam en wel op het toenmalige Maasstation. Het had nogal wat voeten in aarde om de stroom emigranten op te kunnen vangen. Zo werd op de Wilhelminapier en nabije omgeving een complete infrastructuur neergezet, inclusief een EHBO gebouw, een kapel, desinfectie installaties en diverse landverhuizershotels (waarvan één ruimte bood aan maar liefst 1800 emigranten).
Eenmaal aan boord en op weg -dikwijls met een stop in Boulogne-sur-Mer in Frankrijk waar meer emigranten aan boord kwamen- richtten de landverhuizers hun blik op het volgende obstakel: de Amerikaanse Immigratie Dienst op Ellis Island. De wet- en regelgeving in de V.S. omtrent immigratie stond bekend als hard en streng. Landverhuizers die leden aan een besmettelijke ziekte werden zonder pardon teruggezonden; indien een dokter ook maar de lichtste afwijking bij een emigrant zag, of zelfs maar vermoedde, kreeg hij of zij een krijtstreep op de schouder en moest uit de lijn stappen in afwachting van nader medisch onderzoek. Er speelden zich dramatische taferelen af op Ellis Island hetgeen het de bijnaam "Eiland van Tranen" opleverde. Ook om een andere reden was deze bijnaam van toepassing: de vreugdetranen van de miljoenen emigranten die wel werden toegelaten en daarmee de gelegenheid kregen om hun dromen te verwezenlijken.


Bron: "Toen zij uit Rotterdam vertrokken" door Cees Zevenbergen.
Uitgeverij: WaandersUitgevers, Zwolle


Onder de vele Nederlandse landverhuizers die in Noord-Amerika, sommigen in Zuid-Amerika, neerstreken kwamen in ieder geval de volgende emigranten uit Ferwerderadeel waarbij zij vrijwel allemaal als reden "lotsverbetering" opgaven (opm.: om onbekende redenen is geen informatie beschikbaar in de archieven van de gemeente over de jaren 1896, 1900 en 1904 terwijl in 1917 als gevolg van de Eerste Wereldoorlog geen emigratie plaats vond):

 Adema - Oosterbaan
 Pijnacker - Zuidema



Bron: registers van landverhuizers, gemeente Ferwerderadeel
Bijzondere dank aan Corrie de Boer-Sterk voor haar medewerking.