DE AFGESCHEIDENEN




Hallum



Het eerste notulenboek van de Afgescheiden kerk van Hallum is aangelegd in juni 1836. Op 7 januari van dat jaar was de gemeente al gesticht maar in veel kerken was het administratieve begin zwak. In het notulenboek worden echter wel de namen van de eerste Afgescheidenen in Hallum vermeld waaronder Hette Pieters Hettema die niet alleen bekend staat vanwege zijn leidende rol bij de Afscheiding in Hallum maar ook vanwege zijn memoires die in 1883 werden gepubliceerd. Daarin beschrijft Hettema zijn visie op de oorsprong, geschiedenis en ontwikkeling van de Afscheiding. Hette Pieters' eerste vrouw was Grietje Doekes Hellema, dochter van Doeke Wijgers Hellema die een groot deel van zijn lange leven een dagboek heeft bijgehouden. In 1978 werd een bloemlezing uit dit dagboek uitgegeven, verzorgd door H. Algra onder de titel "Kroniek van een Friese boer".

Het waren turbulente tijden in Hallum. Op 5 maart 1836 schreven de Afgescheidenen een brief aan de Gouverneur van de provincie waarin zij zich er over beklagen niet genoeg beschermd te worden door de overheid. Een paar bijzonderheden uit de brief:

Op de avond van 16 januari 1836 hield een aantal personen een godsdienstoefening bij iemand "in de buurt van Hallum" waarvan bekend is dat dit Sieds Freerks Sytsma was. Het aantal toehoorders was beneden het toegestane maximum van 20.
"Daar werden ineens aan het eind van de dienst, tijdens het psalmgezang, de ruiten ingeslagen. Men drong met geweld binnen, de vrouwen werden vervolgens uit de kozijnen gerukt, alles was in uiterste verwarring; eene menigte menschen had zich buiten het huis verzameld, schreeuwende en dreigende tegen de lieden van de uitoefening. De oefenaar was op den zolder gevlucht en werd met geweld daar vandaan gevoerd, doch nog gelukkig in de buurt ontzet en in de woning van den policie-dienaar gebragt. In het huis, waar de oefening plaatsvond, werden vele meubelen vernield en boeken van onze Godvruchtige voorvaders gescheurd en bedorven; om nog maar niet te gewagen van de doodsbedreigingen. Niemand
is echter bezeerd geworden."
"Dagelijks vergaderen zich jongelingen op de buurt, en in de avondstonden wordt bij de huizen rondgegaan van hen, die men kent voor belijdenis of voorstanders der voorvaardelijke Gereformeerde Godsdienst, zoo dat al degene, die hiervoor bekend staan, niet ongeschonden door allerlei God tergende taal, zoo niet door daden, de buurt kunnen passeren, hetzij zij zich openlijk hebben afgescheiden of niet, hetzij zij uit Hallum of uit de naburige dorpen en plaatsen zijn."

De brief werd ondertekend door 11 Afgescheidenen (J.A. Andree, S.F. Sytsma, A.J. Andree, J.H. Friesema, M. F. de Zwart, J.J. Andree, H.F. van Marrum, D. Moorhoff, H.P. Hettema, A.A. Haanstra, H.D. Talsma) die tenslotte de Gouverneur "om bescherming der burgelijke wetten" verzoeken.
Het uiteindelijk resultaat: de bij de overheid ingediende klacht werd, mede op advies van de grietman, ongefundeerd verklaard en terzijde geschoven.

De eerste ledenlijst van de Afgescheiden kerk te Hallum:

Hette Pieters Hettema
(weduwnaar van Grietje Doekes Hellema)
 
Sieds Freerks Sytsma & Abeltje Jans Andree
 
Harmen Dirks Talsma & Sijke Rinderts Lelia
 
Anne Arjens Haanstra & Trijntje Wybrens de Groot
 
Hendrik Feyes van Marum & Janke Feitzes Veenma
 
Abe Jans Andree & Fokeltje Jans Kas
 
Pier Johannes Prins  & Antje Jans Faber
 
Romke Jans Boelens & Rinske Jans Andree
 
Sytske Hettes Miersma
(weduwe van Pieter Rinses Nieuwsma)
 
Jan Jans van der Haag & Feikje AEbes Braaksma
 
Dirk Moorhoff & Hermijntje Jacobs
(oorspronkelijk van Haarlem)
 
Jan Jans Andree
 
Pieter Folkerts Rinsma
 
Jantje Gerrits Hofman


Met schriftelijke toestemming van uitgeverij De Vuurbaak overgenomen uit:
"De Afscheiding van 1834 in Friesland - Deel 1: de classis Wanswerd (Dokkum) van de Afgescheiden kerken" door Dr. J Wesseling.