In 2014 had ik diverse malen per email contact met het schrijversechtpaar Gerald Easter en Mara Voorhees. Ze waren op zoek naar informatie over een schipper die via de Sont en de Oostzee richting Sint Petersburg was gevaren: Reynoud Lourens.
Die schipper kende ik inderdaad omdat ik enkele jaren eerder, in 2012, in Groningen het Sonttolcongres bezocht en daar sprak met de Finse maritiem archeologe Riika Alvik. Zij vertelde over het scheepswrak van de brik Vrouwe of Vrouw Maria, dat gevonden was voor de kust van Finland. Voor mij was dat toen een nieuw verhaal en ik besloot me er wat verder in te verdiepen. Mede ook omdat ik begreep dat er aan boord van dat schip schilderijen waren van Hollandse meesters, zoals de Leidse fijnschilder Gerrit Dou (eigenlijk Gerrit Douwes, de zoon van de Harlinger glasschilder en glazenmaker Douwe Jans), Paulus Potter en Frans van Mieris. Het had inmiddels geleid tot een tentoonstelling in het Fins Maritiem Museum in Kotka, getiteld Spoil of Riches. Daarin werd aandacht besteed aan twee Nederlandse scheepswrakken die voor de kust van Finland gevonden waren: naast de Vrouw Maria (gezonken in 1771) ook de Sint Michel (gezonken in 1747). De bijbehorende publicatie had het boek Lost at Sea: Rediscovered opgeleverd, dat ik als kadootje per post ontving. Ik had gehoopt dat de tentoonstelling overgenomen zou worden door een Scheepvaartmuseum in Nederland, maar dat gebeurde helaas niet. De grote vraag was, ook toen al: moet en kan het scheepswrak op het droge gebracht worden?
De omstandigheden in de Oostzee zijn blijkbaar gunstig voor de conservering van schepen. Paalworm houdt niet van de koude en brakke wateren, waardoor vele scheepswrakken in relatief goede conditie verkeren. Maar als het oude hout met zuurstof in aanraking komt vergaat het al snel. Alleen een langdurige en kostbare behandeling kan een wrak dan behoeden, zoals gebeurd is bij de in Stockholm tentoongestelde Vasa (die in hetzelfde jaar 1628 als de Batavia gebouwd was en op zijn maiden voyage verging).
Op basis van de online Sonttolregisters en informatie uit het Stadsarchief Amsterdam had ik wel wat meer informatie over schipper Reynoud Lourens opgedoken, maar echt spectaculair was het niet. Door hun drukke agenda voor hun bezoek aan Nederland lukte het ook niet om Easter en Vorhees persoonlijk te ontmoeten, maar ik kon ze toch van enige informatie voorzien.
In de afgelopen jaren kwam heel af en toe de naam Vrouwe Maria weer boven water, zoals bij een tentoonstelling in het Amsterdamse Hermitage, waar een kort filmpje over het scheepswrak werd vertoond.
Tijdens een bijeenkomst van de Vereniging voor Zeegeschiedenis in Leiden sprak ik Martijn Manders, die als adviseur bij het Fins/Russische project betrokken was. Hij vertelde in geuren en kleuren hoe het er allemaal aan toe ging bij de besprekingen tussen de Finse archeologen en de Russische diplomaten. In het kort kwam het er op neer dat de Finnen heel behoudend en voorzichtig bleven (en daarbij onderling ook vetes uitvochten) terwijl de Russen met veel geld allerlei spectaculaire plannen hadden. Zo zou er bijvoorbeeld een cruiseschip gebruikt kunnen worden als drijvend museum. In een grote glazen bak in het schip zou dan het wrak van de Vrouwe Maria van alle kanten bekeken kunnen worden, en toch onder water blijven. Mijns insziens ook een geweldig idee, maar door de grote verschillen in inzicht over de aanpak en de in de loop der tijd weer van het project verdwenen betrokkenen en financiële mogelijkheden, kwam het er niet van.

Niet alleen het wrak zelf maar natuurlijk vooral de lading, en wat daar eventueel nog van over zou kunnen zijn, spreekt tot de verbeelding. Wat wordt beschouwd als het meest spectaculaire schilderstuk van Gerrit Dou, een drieluik, was aan boord. En nog vele andere bijzondere Hollandse meesters. We hebben overigens nog een goede indruk van het altaarstuk, door de kopie van deze Allegorie op het kunstonderwijs door Willem Joseph Laquy. Laquy maakte deze kopie van Dous geliefde drieluik De Kraamkamer als inwonend kunstenaar in Sweedenrijck, Herengracht 462 te Amsterdam, waar het ooit in de collectie van Gerrit Braamcamp hing.
Afijn, lees het boek De verzonken kunstschatten van de Vrouw Maria, De geschiedenis van een verdwenen zeilschip vol Hollandse meesters en u zult verbaasd zijn over dit wonderlijke project dat nog steeds vele maritieme archeologen bezighoudt en fantasieën oproept!
Wie weet, als ooit de verhoudingen tussen de Finnen en Russen weer normaliseren, komt de Vrouwe Maria, inclusief haar kunstschat, nog eens echt boven water.