jan 302019
 

Op 28 januari jl. organiseerde Museumfederatie Fryslân de conferentie Begjinne mei Bewarje in Sneek. De dag bestond uit sessies van erfgoeddeskundigen die verbonden zijn met het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE). Namens het bestuur en de redactie woonden Haije Tolsma en Jacob Roep deze conferentie bij. Tijdens de sessies werden aantekeningen gemaakt zodat onze sneupers een indruk krijgen wat instellingen moeten doen om hun collecties digitaal te ontsluiten.

Museumfederatie Fryslân is de provinciale organisatie ter ondersteuning van de musea in Friesland. De conferentie Begjinne mei Bewarje is voor de musea georganiseerd. Diverse medewerkers van Friese musea namen deel aan de conferentie maar ook een paar uit Groningen en Drenthe. De conferentie was bedoeld om musea te informeren hoe ze hun digitale collecties kunnen opnemen in een digitale dienstverlening van een organisatie en duurzaam toegankelijk kunnen houden. Daarvoor zijn infrastructuur en afspraken nodig. Centraal stonden de vragen: Wie bewaart wat en hoe bewaren we dat? Wat heb je daarvoor nodig? Welke kennis en expertise is er nodig? En welke financiële middelen zijn ermee gemoeid?

De keynote-spreker was Marcel Ras (NDE) over Duurzame toegang, samenwerking en het Netwerk Digitaal Netwerk Digitaal ErfgoedErfgoed. Hij vertelde over de nationale strategie voor digitaal erfgoed waarin een perspectief wordt geboden hoe op landelijk niveau een infrastructuur van voorzieningen voor digitaal erfgoed kan worden aangelegd.  Deze strategie is door het NDE ontwikkeld. Zij bevat doelen, vertrekpunten en concrete werkprogramma’s voor een gezamenlijke aanpak. Daarbij ligt de focus op het gebruik en de gebruikers van het digitaal erfgoed. Ook verwees Ras naar het manifest dat tien Friese erfgoedorganisaties in oktober 2018 ondertekenden waarmee ze de doelen van de nationale strategie onderschrijven.  Tot slot kwam hij nog met een tussenstand van hoever de instellingen bekend zijn met het digitaal erfgoed, zoals het gebruik van backups (intern of extern), duurzame toegang (analoog vs. digitaal) en legde hij het begrip bit rot uit (vervallen opslagmedia en software). Ook digitaal erfgoed blijft in beweging vanwege de voortschrijdende technologie dus moeten erfgoedinstellingen goed deze ontwikkelingen volgen.

De tweede spreker was Barbara Sierman, werkzaam bij de Koninklijke Bibliotheek, die over Digitaal Duurzaamheidsbeleid vertelde. Dit was een zeer boeiende lezing aangezien Sierman in feite een antwoord op de vraag gaf wat een erfgoedinstelling moet doen om haar collecties digitaal te ontsluiten. Allereest is het van belang antwoord te geven op de vragen: waar sta ik, waar wil ik naar toe, wat heb ik al, hoe kom ik daar en hoe doe ik het? Deze vragen zijn belangrijk bij het ontwikkelen van duurzaamheidsbeleid. De leiding of management van een instelling moet dan een schriftelijke verklaring maken waarin de aanpak voor langere termijn wordt vastgelegd. Zo worden niet ad hoc beslissingen genomen. Zo’n verklaring is voor verschillende partijen van belang: het personeel, financieel betrokkenen, leveranciers, collega-instellingen, subsidiegevers en natuurlijk de gebruikers (algemeen publiek). Voor het opstellen van zo’n verklaring kan het SCAPE-model gevolgd worden. Dit is op alle niveaus toepasbaar en voor iedereen begrijpelijk. Het begint met een visie, ook moet er nagedacht worden over cloud storage, backup regime en wat voor voorkeur formaat de bestanden van de collectie moeten zijn. Via de online Wegwijzer Duurzaamheidsbeleid worden instellingen goed op weggeholpen.

Remco van Veenendaal van het Nationaal Archief gaf de volgende sessie over Persistent Identifiers. Dit zijn unieke en permanente verwijzers naar digitale objecten. Het doel van digitaal erfgoed is op internet houdbaar, 404 page not found meldingbruikbaar en zichtbaar te zijn. Maar soms treden er problemen op, zoals ‘link rot’ of content drift (link wijst op den duur naar pagina met verkeerde inhoud). Bij link rot kun je denken aan links die na verloop van tijd niet meer werken. Er verschijnt dan op de website een foutmelding. De oplossing daarvoor zijn persistent identifiers (pid’s). Als een digitaal object een uniek id-nummer krijgt, kan dat voor de verwijzing (link) gebruikt worden. Als een website wordt vernieuwd of de linkstructuur verandert, blijft de verwijzing werken door de persistent identifiers. Dus als een instelling zijn collectie digitaliseert, doet zij er goed aan haar object een PID te koppelen. Zo voorkom je niet werkende links en ben je minder tijd kwijt bij het onderhoud van je website. Er zijn PID-dienstverleners die instellingen kunnen helpen met het realiseren van deze duurzame verwijzingen. In de meeste collectiebeheersystemen zit ook een PID-functionaliteit. Instellingen vinden meer informatie op de website PID-wijzer.

Maarten Zeinstra, jurist, informatieprofessional en eigenaar van IP Squared, gaf een boeiende lezing over Het doolhof van Auteursrecht. Deze lezing was voor onze vereniging zeer relevant aangezien we sinds een paar jaar een Tijdlijn van Auteursrechtbeeldbank met foto’s hebben. De belangrijkste vraag was dan ook: kun je zo maar alles op internet delen? Zeinstra was daar heel duidelijk in: nee! Alleen als het auteursrecht verlopen is (70 jaar na het overlijden van de maker) en als de maker zijn toestemming heeft gegeven. Het auteursrecht duurt 70 jaar na publicatie bij anonieme werken of werk gemaakt in dienstverband. Soms zijn de auteursrechten niet te achterhalen en dan gaat die regel op. Verder is een auteursrecht een eigendomsrecht dus kan dat verhandeld worden. Instellingen moeten dus goed weten in hoeverre zij de eigendomsrechten van hun objecten hebben. Als je een object digitaliseert, wordt een kopie gemaakt en dat mag niet zonder toestemming van de maker als het object niet van de instelling is. Een goede administratie is dus het halve werk. Objecten die voor 1870 zijn gemaakt zijn van het publieke domein en dus rechten vrij te gebruiken. Dat is de voornaamste reden dat instellingen de oudste objecten eerst digitaal ontsluiten. Voor de periode tot 1949 (nu 70 jaar geleden) moet onderzoek gedaan worden. Die werken kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. Toestemming kan het beste schriftelijk worden vastgelegd (bijvoorbeeld met een contract). Tot slot legde Zeinstra uit welke rechtenlicenties er zijn (creative commons & right statements) waarmee een instelling zijn collectie kan categoriseren.

Nynke Kuipers van Museumfederatie Fryslân demonstreert de digitale collectie van Friese musea op Museum.frl

Nynke Kuipers van Museumfederatie Fryslân demonstreert de digitale collectie van Friese musea op Museum.frl

Marian Hellema van het NDE vertelde over De kracht van Open Linked Data (OLD). Dit biedt veel kansen voor instellingen. De kracht van Linked Open Data is dat je informatie uit verschillende bronnen met elkaar kunt verbinden. Maar nu moet je vaak nog bij veel verschillende bronnen gaan zoeken en is het moeilijk informatie te combineren. Idealiter is er dus een website met één zoekbalkje waarbij je op trefwoord door de collecties van verschillende instellingen en databanken kunt zoeken. Dit kan een erfgoedinstellingen realiseren met OLD. Wat is dat? Volgens Wikipedia: Linked data is een digitale methode voor het publiceren van gestructureerde gegevens, zodanig dat deze beschikbaar gemaakt kunnen worden op het internet en daardoor ook beter bruikbaar zijn. Gegevens moeten dus door computers automatisch aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Daarvoor moeten de erfgoedinstellingen de metadata (titel, maker, omschrijving) van hun objecten met elkaar koppelen en dat kan als de persistent identifiers (PIDs) hetzelfde zijn. Dat kan door het gebruik van gemeenschappelijke terminologiebronnen. Hellema gaf voorbeelden hoe dit door instellingen gerealiseerd kan worden. Open Linked Data gaat dus over de grenzen van instellingen en collecties heen. Stelt u zich eens voor als er in de toekomst een zoekbalk is waarmee u op trefwoord door alle collecties van de Friese musea kunt zoeken? Dat zou geweldig zijn! Met Museum.frl hebben ze een voorzichtig begin gemaakt.

Ter afsluiting van de conferentie gaf Hans van der Windt van het NDE een sessie over Stip op de Horizon, zichtbare collecties. Hij refereerde naar de Nationale Strategie voor digitaal erfgoed waarover Marcel Ras in de opening had verteld. De Nationale Strategie is erop gericht de collecties van erfgoedinstellingen in alle sectoren (bibliotheken, archieven, musea, wetenschap) met elkaar te verbinden, en ze zo voor de klant als één geheel te presenteren en doorzoekbaar te maken. In de toekomst zouden er acht zoekprofielen gemaakt worden waarvan de gebruiker eentje kan kiezen voordat hij of zijn in de erfgoedcollectie gaat zoeken. Deze zoekprofielen passen bij de interesse van de gebruikers. Door zo’n zoekprofiel kan een gebruiker nog gerichter zoeken. Daarvoor wordt nu onderzocht wat het gedrag en de behoeftes van de gebruikers zijn. De digitale mogelijkheden van erfgoed zijn heel uitgebreid. Er wordt een nieuw merk ontwikkeld (Geheugen van Nederland) om het actief gebruik van het digitaal erfgoed te promoten en met 5% te laten groeien. Door zo’n merk kunnen instellingen meer verbindingen met elkaar aangaan en kan het aantal digitale bezoekers toenemen. Van der Windt noemde als voorbeeld het Netwerk Zuiderzeecollectie. Zo’n netwerk zou op landelijk niveau kunnen. Hierop zijn ook kleinere instellingen aangesloten.

Al met al was het een leerzame dag voor alle deelnemers. Museumfederatie Fryslân doet er goed aan dergelijke bijeenkomsten te organiseren zodat instellingen op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op digitaal gebied. Digitalisering van de collecties biedt veel kansen voor Friese instellingen maar is niet voor elke instelling mogelijk vanwege het prijskaartje en de hoeveelheid tijd die het in beslag neemt. Hopelijk blijven gemeentes en provincie daarin de instellingen steunen. Het digitaliseren van collecties heeft dan ook niet voor alle musea prioriteit. Voor sommige deelnemers was de conferentie een kennismaking met digitalisering. De opgedane kennis van de conferentie hopen we in de toekomst te kunnen inzetten om digitaliseringsprojecten van instellingen en verenigingen binnen onze regio te stimuleren. Te beginnen bij onze eigen vereniging. Met de beeldbank hebben we een mooie start gemaakt!

 Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.