okt 212015
 

Onlangs bezocht ik de nieuwe tentoonstelling in het Rijksmuseum te Amsterdam: Azië>Amsterdam.
En zoals gewoonlijk heb ik niet alleen speciale interesse in de maritieme kunst maar ook in de kunst met een Fries tintje. Bij binnenkomst viel direct mijn oog op het schilderij De terugkomst in Amsterdam van de tweede expeditie naar Oost-Indië, Hendrik Cornelisz. Vroom, 1599. Van de vier afgebeelde schepen heet er een ‘Vrieslant‘ en gezien de volgorde op de lijst is het meest logisch dat het de meest rechtse is. Zo te zien is het scheepstype een pinas en dat deed me er opeens aan herinneren dat het enige schip van de Admiraliteit van Friesland te Dokkum (sinds 1597) in de Slag bij Gibraltar in 1607 de Friese Pinas genoemd werd. Zal het dezelfde zijn als op het schilderij van Vroom uit 1599?

Even verderop enige vitrines met Chinese keramiek. Onder stuk nummer 24 staat vermeld: Kan met

gouden deksel. Kan: China ca 1635-1650, deksel: Nederland ca 1650-1675.
Een Friese goudsmid voegde aan deze Chinese porseleinen kan een deksel toe met (in email) het wapen van Eritia de Blocq (een sleutel met 2 rode rozen, HZ). Eritia was een van de rijkste inwoners van Leeuwarden. Zij en haar man Matthijs (Matthias, HZ) van Franckena hadden contacten met wetenschappers en bestuurders uit de hele republiek en ver daarbuiten. Het gouden deksel bevestigt de waarde die aan het porselein werd gehecht (aldus beschrijving in catalogus, Particuliere collectie USA).

Bocke Jochems Hoppers en Eritia de Blocq, door Jan de Salle

Thuisgekomen ging ik gelijk even zoeken wat er van Eritia bekend is. Haar Friese voornaam blijkt Aukje of Auck te zijn en haar man Matthias van Franckena blijkt van haar tweede huwelijk te zijn. Van haar eerste huwelijk, in 1612 te Leeuwarden als Ericia de Block met Bocke Jochems Hoppers (of Bocatius Hoppers) zijn zelfs twee huwelijksportretten als schilderij bewaard gebleven. Enige jaren geleden (16 november 2005) werden ze op een veiling van Christie’s verkocht voor 36.000 euro.
De Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) heeft uitgebreide informatie over de pendanten, waarschijnlijk geschilderd door Jan Urbeijns de Salle, in 1622.
Beide hebben hun familiewapen in een bovenhoek van het schilderij, bij Eritia duidelijk een sleutel met twee bloemen, bij Hoppers een vogel met drie jongen in een mand. Ze waren in 1622 respectievelijk 35 (Bocke) en 32 jaar oud (Eritia).
Hoppers was in 1610 griffier bij het Hof van Friesland. Het is niet helemaal duidelijk of de bekende Joachim Hoppers zijn vader was of een ander familielid. Ze voerden in ieder geval wel hetzelfde familiewapen met de vogel en 3 jongen in een mand.

Eritia de Blocq, weduwe van dr. Bocke Jochems Hoppers, huwde in 1630 de gedeputeerde Matthijs Franckena te Leeuwarden. Bij testament d.d. 1664 stelde zij, inmiddels weer weduwe geworden, een leen in: een pensie van 200 car. glds, jaarlijks als een eeuwige rente uit haar landen op de Rijp in Menaldumadeel, t.b.v. bloedverwanten in povere staat tot studie in theologie of rechten, t.b.v. niet-bloedverwanten alleen tot studie in de theologie, een ook nu nog gestelde voorwaarde. Tegenwoordig bedraagt een pensie van het Eritia de Blocq-leen jaarlijks f.500,-, maar in omstandigheden is vermeerdering mogelijk. De pensies in totaal bedragen niet meer dan de zuivere leensinkomsten. B&W van Leeuwarden waren provisoren van 1836-1923.

In het archief van Tresoar vinden we verder: 327-02, Familie Van Sminia (van de tak van De Klinze te Oudkerk) 1525 – 1955.
Nr. 191: Testament van Eritia de Blocq, weduwe van Mathijs Franckena. Datering: 1669; afschrift, 18de eeuw. In datzelfde jaar legateerde ze aan de NH diaconie van Stiens 150 gulden.
In de database met Friese familiewapens van Hessel de Walle vind ik twee afbeeldingen van het familiewapen van De Blocq, een sleutel met 2 rozen op 16e eeuwse grafstenen, dezelfde als op het gouden deksel van de Chinese kan. Ook de Index op de Friese familiewapens van Heerma van Voss vermeldt het wapen De Blocq als een sleutel met 2 rozen. Het Wapen- en Vlaggenboek van Hesman vermeldt eveneens een dergelijk wapen, van Daniël de Blocq van Scheltinga.

Van Matthias Franckena heb ik enkele jaren geleden al in de bibliotheek van de Universiteit van Leiden het Album Amicorum uit 1605/1606 volledig gefotografeerd. Het bevat unieke inscripties van o.a. Petrus Plancius, Bernardus Paludanus, Gomarus, Winsemius, Snellius en Hessel van Meckema (getrouwd met Lisck van Eysinga, zie De Sneuper 119).
Van 1611-1626 was Matthias Franckena grietenijsecretaris van Weststellingwerf en later lid van Gedeputeerde Staten van Friesland en gecommitteerde bij de Raad van State namens Friesland.
Hij was ook een goede kennis van de vader van Pieter Stuyvesant, Balthasar Stuyvesant (met Dokkumer roots!).
In 1631/1632 was Franckena afgevaardigde ter Staten Generaal voor Friesland (zie Gulden Vrijheid, Hotso Spanninga).

Wat zou het toch mooi zijn als de verschillende kunstwerken en archivalia van deze familie eens samen geëxposeerd zouden worden, bij voorkeur in een Fries museum!

  2 Responses to “Eritia de Blocq en haar Chinese kan met gouden deksel”

  1. Mathias Franckena was een zoon van Johannes Franckena en Betthie Meine Martens. Betthie is geboren in het gezin van Lieuwkje Jacobs Canter en Meine Martens. Haar moeder heeft een ander huwelijk met Jan van Oosten. Lieuwkje krijgt, door een ingewikkelde manier van vererving, Canter state bij de Driesumer terp in bezit. Als in 1640 het stemkohier wordt opgemaakt staat de zesde stem van het dorp Driesum op naam van de Dokkumer notaris Nicolaas Hendricides. Hij is de echtgenote van Geertje Jacobs Canter; een kleindochter van Lieuwkje Jacobs Canter en Jan van Oostveen. Stem vijf is in handen van dr. Mathias Franckena, een ander kleinkind, die hier ook daadwerkelijk een deftig huis bewoont. Later is hij verhuisd naar Weststellingwerf. In 1663 heeft de familie Canter het huis met de vijfde stem afgebroken en later op de kavel een pachtboerderij gebouwd. In 1698 zijn alle vier stemmen op de Driesumer terp in handen van de eigenaar van Canter state te Driesum.

     
  2. Erikgen de Blocq is geboren op 14 februari 1590. Ze was de dochter van Daniel de Blocq (1560-1617) en de in Delft geboren Cunera Aerentdochter Buijsrogge (1559-1594). Ze had drie zussen, te weten: Marijcke (Maijke) (1588-na 1617), die getrouwd was met Sebastiaan van Pruissen; Catharina (1591 en jong overleden); Anna (1593-1666), die getrouwd was met Livius Scheltinga en een jong overleden broertje Jacob de Blocq (1594-1595). De vader van Daniel de Block was de uit Gent afkomstige Jacob de Blocq (1521-1573), getrouwd met Maria van der Borch (1538 en overleden te Emden 1573). Cunera Buijsrogge (1559-1594) was de dochter van Arnout (of Aert) Hughenszoon Buijsrogge (of Buserogge), apotheker in Delft en Geertruid Dirksdr. van Beest van Heemskerck (1530-1596), dochter van Dirck Dirckszoon van Beest van Heemskerck en Coentgen of Cunera Albrechtsdochter van der Aa. Arnout of Aert Hughenszoon Buijsrogge is de zoon van Huijch Aertszoon Buzerogghe en Erckgen Gijsbrechts. Huijch Aertszoon is geboren omstreeks 1510 en overleed in 1586 te Delft (grafsteen bekend). Hij was kaaskoper. Hij is de (vermoedelijke) zoon van Arnout (Aert, Arend) Buzerogghe (circa 1480-1545), die afkomstig was van Hontenisse in de Vier Ambachten (thans Zeeuws-Vlaanderen).

     

 Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.