Rond 1400 was er sprake van grootschalige piraterij in de regio Noordoost Friesland. Met name vanuit Dokkum en Ezumazijl aasden de piraten op de scheepvaart naar en van de Oostzee, die vaak rijk beladen langs kwam varen. Op een gegeven moment werd het zo erg dat maatregelen werden afgekondigd door Albrecht van Beieren. Vanuit het Hanzeverbond wordt door troepen in Groningen tot actie overgegaan en vindt in 1422 een expeditie plaats tegen de kapers te Dokkum en Ezumazijl. De plaatsen worden ingenomen en gedeeltelijk verwoest om de handel tussen de Hanzesteden te waarborgen. In dezelfde tijd speelt ook de vete tussen de Schieringers (de grijze pijen dragende Cisterciënzer monniken en aanhang) en de Vetkopers (de vetweidenden Norbertijner monniken), waarbij met name de Schieringers zich verzetten tegen de Hollandse invloeden (en dus Albrecht van Beieren) in Friesland.
In 1575 had ook de uit Middelstum afkomstige watergeus Barthold Entens van Mentheda zich in Noordoost Friesland, op de Schans bij Oostmahorn, verschanst. Hij werd hier door de Spaanse veldheer Caspar di Robles weer van verjaagd.
Stortebeker en zijn handlangers werden wel Likedelers genoemd, omdat ze hun buit gelijkelijk verdeelden over de bemanning. In 1433 werd de Fries Sibeth Papinga als Likedeler genoemd. Over de bloeitijd van de zeerovers in de Noord- en Oostzee is een mooi Duitstalig boek verschenen, Stortebeker & Co.
In de voormalige DDR worden nog regelmatig spelen opgevoerd waarin Stortebeker de hoofdrol speelt. Zie bijvoorbeeld dit filmpje op YouTube.