feb 012002
 

H. Zijlstra
Niet alleen in de archieven maar ook op het internet vind je soms interessante oude brieven. Zo stuitte ik onlangs op een Amerikaanse website met scans van een brief uit 1753 van Hotse van Sinderen uit Dokkum. Acht kantjes met tekst zijn duidelijk te lezen en uit te printen op A4 formaat.
Hotse van Sinderen was zilversmid in Dokkum en geboren te Beetsterzwaag op 12 februari 1702. Hij trouwde op 11 november 1731 met Geertje Jilderda, de dochter van de bekende zilversmid Pytter Ritskes Jilderda, zijn leermeester. Hotse was de oudste zoon van dominee Ulbe van Sinderen. Ulbe senior, wiens naam verlatijnsd werd tot Ulpianus, werd op 6 mei 1672 geboren en op 12 mei 1672 te Dokkum gedoopt als zoon van Hotse Everts van Senderen en Janke Ulbes (gehuwd op 13 maart 1660 te Dokkum). Ulbe trouwde zelf op 14 april 1700 te Aalsum met Hendrikje Halbertsma.
De broer van Hotse, Ulbe of Ulpianus junior, was vertrokken naar de Nieuwe Wereld, het toenmalige New Amsterdam, nu beter bekend als New York. Ook hij was dominee, ter plaatse ook wel aangeduid als ‘minister’.

In de wijk Brooklyn (genoemd naar het Nederlandse Breukelen) leidde hij de dienst voor de grote Nederlandse kolonie nadat hij in 1746 de overleden dominee Vincentius Antonides had opgevolgd. In october 1748 huwde hij Cornelia Schenck, die echter kort daarna werd vermoord doordat ze van een wagen werd geduwd. Tot zijn dood op 23 juli 1796 op 88-jarige leeftijd woonde hij in Flatbush, Kings County. Zijn grafsteen bestaat nog en ligt op het kerkhof van de Flatlands Dutch Reformed Churchyard, ter hoogte van Kings Highway en East 40th Street.

Welnu, toen op 11 mei 1753 te Beetsterzwaag dominee Ulbe van Sinderen senior overleed moest zoon Hotse natuurlijk zijn broer in Amerika op de hoogte stellen van het droevige feit.
Op de acht kantjes vertelt hij hoe het gekomen is en wat er zoal verder in de familie gebeurt. Ook zaken als de heersende veepest en de laatste nieuwtjes van vrienden en bekenden worden gemeld. Opvallend is de melding van een hevig onweer dat van zuidwest naar noordoost via Dokkum over Metslawier, Niawier en Morra trok, met grote stukken ijs, wat de nodige schade had aangericht aan de oogst.
De brief werd op 28 juni 1753 verstuurd en kwam pas ruim een jaar later op 28 juli 1754 aan ! Overigens zijn er op de site ook nog verwijzingen naar een dagboek van Ulbe/Ulpianus uit 1746 waarin hij de reis richting New York beschrijft en fragmenten uit zijn bijbel met vermelding van allerlei geboorten en overlijdens.

Sinds de vermelding van deze brief op onze website ontvingen wij van een lezer het bericht dat er ook nog een brief bewaard is gebleven van kleinzoon Adrian van Sinderen, die in 1806 vanuit New York een brief verzond naar zijn achterneef Jan van Assen in Dokkum. Deze brief is met aanvullende genealogische gegevens in De Sneuper no.63 gepubliceerd.
De site met alle details van de brief uit 1753 vindt u hier.

 Posted by at 23:17

 Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.