Mijn voorvader Jochem Geerts woonde vlakbij de sluis Ezumazijl, op de plek waar nu de boerderij Eben Haezer van boer Heeringa staat. Het was een woonhuis met een moestuin ernaast, aan het water van de Dokkumer Ee, aan het einde van het doodlopende stukje Munnikhusterwei. In Hisgis te vinden onder Anjum, kadasterkaart 1832 AnjumB842a en B844, eigenaar Johannes Sjoukes Visser. Op de foto van waarschijnlijk 1931 (toen de door paalworm aangetaste sluis werd vervangen) ongeveer in het midden te zien.
Het was de basis voor zijn zoon Geert Jochems om in 1811 de achternaam Zijlstra aan te nemen. Op basis van het gehucht Ezumazijl namen minimaal 4 gezinnen, die geen familie van elkaar waren, in 1811 die achternaam aan! Mijn voorvader leefde toen al in Niawier, maar wilde blijkbaar zijn roots in ere houden.
In 1767 vermeldt het Speciekohier (met de heffing voor de Vijf Speciën ) van Anjum (incl. Ezumazijl) bij no.85 dat Jochem Geerts ‘dienstbaar geweest’ is maar dus vanaf dat moment hoofdbewoner wordt. Het huis had 1 schoorsteen en was ”t huis anno 1761 in ’t voorjaar geboud’.
Op 20 juli 1769 kopen ze van de familie Joukes voor 188 carolyguldens ‘sekere onse huisinge en hovinge staande en gelegen op Ezumbuiren, hebbende tot naastlegers Jacob Harmens ten Oosten, de Zijls-rijd ten Zuiden, Bauke Tietes ten Westen, den Weg ten Noorden, beswaard met Ezumerhondert, beneftens een Huis-steed, met nog twee Dijksfloreenen, 17 stuivers, etc.’ De Ezumahondert zou een stuk dijk kunnen zijn waarvoor het onderhoud gedaan moest worden, omdat in het Dijkboek van Oostdongeradeel (Tresoar), folio 150, sprake is van ‘…Ezumahondert wort nu onderholden van die van Ezumbuiren, vier voet dijk en gelijke veel paal, …’
In 1780 wordt in het Hypotheekboek van Oostdongeradeel gemeld dat Jochem Geerts, woonagtig op Ezumaburen 110 carolieguldens schuldig is aan Lieuwe Ypes, coopman op Ezumerzijl, wegens leverantie van hout, steen, kalk etc. tot nodige reparatie aan zijn bewoonde huisinge. Op 12 juni wordt de acte geregistreerd.
In 1772 staat Jochem als lidmaat van de Hervormde kerk te Anjum te boek (nr.122) alsmede in 1776, 1780, 1783 en oktober 1785. Bij de registratie in mei 1797 komt hij nog voor, als nr. 32, maar in juli 1807 niet meer. Voor de verkoop van zijn huis in 1804 door zijn kinderen is hij al overleden, want het Speciekohier van dat jaar vermeldt zijn overlijden.
Zijn broer Dirk (Durk) Geerts wordt gedoopt op 30 mei 1734 te Anjum. Hij wordt lidmaat en ouderling van de Hervormde kerk te Anjum. Hij komt voor, als Durk Geerts, in 1772, 1776 (beide keren met vrouw Wytske) en alleen in 1780, 1783, 1785, 1792 (dan als lid van de kerkeraad) en uiteindelijk in 1797. Van beroep visser te Ezumazijl.
Hij verklaart op 26 september 1769, samen met vrouw Wytske, 180 carolyguldens schuldig te zijn aan Hans Teunis en Aukjen Dirks te Ezumazijl. Hypotheekboek OOD 1774-1780, fol. 101.
Overleden in 1805 omdat in het Speciekohier van dat jaar wordt aangegeven dat hij is overleden. In het lidmatenboek staat na zijn vermelding als lidmaat in 1797 de toevoeging ‘obiit’ later bijgeschreven, wat ‘overleden’ betekent. Trouwde op 16 mei 1762 te Anjum met Wytske Kornelis. Zij woonden in huis no. 74, met 1,5 schoorsteen (in 1765 nog 1 schoorsteen). De halve schoorsteen was boven de plaats waar men het eten bereidde. Dit huis werd voorheen bewoond door zijn ouders. Hun zoon Kornelis neemt in 1811 de achternaam Gaasterland aan.
Het Proclamatieboek van Oostdongeradeel meldt reeds op 19 november 1660: Huis te Esumazijl “het calckhuijs ten noorden”, op 29 februari 1664: Minckes Jansen Fontein executeur van OD CU BBC op de coop van seeckere helfte van huijsinghe, tuin ca met de helfte van twee calckovens, lasckhuijs ledige plaetse meetvaeten, schraegen ende tobben sampt vordere dependentien beswaert met 4 voeten dijck neffens d schans(dus bij Oostmahorne/Ezumazijl) 155, en op 28 januari 1667: Poppe Jans en de Sybrich Geerts bbc op huis met twee kalkovens, laschhuijs en vorder aen het Calckwerck behoorende te Aenjum (187).
De (Friese) skilfiskers zijn er tegenwoordig bijna niet meer. Alleen in Katwijk schijnen er nog een paar te zijn, getuige deze radio-reportage (vanaf 26:28).
Ook Freerk Christiaans Kamma uit Wierum, die later zendeling werd, was begin 20e eeuw nog schelpenvisser op de Waddenzee. De VPRO besteedde in een uitzending aandacht aan hem. De vloten van Wierum en Paesens-Moddergat lagen vaak ’s winters in Ezumazijl. Zie voor meer oude foto’s van Ezumazijl het Sneuper foto-album hier en hier.
Is er iemand die dit artikel kan leveren ? Graag een leesbare jpeg of pdf naar dit emailadres.