mrt 012003
 

Uit: Kollumerland, beschreven door Mr. A.J.Andreae, p. 166/167 (1883)

De Rooster bij het kerkhof te Burum komt voor in eene proclamatie van 1678. In dat jaar werd een huis te Burum verkocht ‘bij de Rooster’. In deel IV der Groninger Bijdragen, blz. 340 en volgende wordt over de woorden ‘Rooster’ en ‘Stengel’ het een en ander door Dr. Westerhoff medegedeeld.
Wat Stengels beteekent, zoo schrijft hij in noot 2, blz. 348, daaromtrent zij opgemerkt, dat daaronder oudtijds verstaan werden de toegangen of poorten in de muren, die het Kerkhof omgaven, dus de toegangen tot het door een muur omringd kerkhof. Zoo had men, zegt Dr. Westerhoff, in mijne jeugd te Warfum in de muren die het kerkhof toen omgaven, ook verschillende Stengels (groote en kleine) of toegangen tot het kerkhof, de grootere voor den aanvoer van lijken, de kleinere voor de voetgangers, die de voetpaden gebruikten, welke in verschillenden rigtingen over het Kerkhof liepen.
Onder de zoo even beschreven Stengels, zoo vervolgt die schrijver op blz. 349, had men vrij algemeen een soort van keldertje, dat overdekt was met een ijzeren rooster, welke, naar het ons toeschijnt, diende om daarop de voeten van aanhangende slijk en modder te zuiveren voor dat men de kerk binnentrad en tevens ook strekte om te beletten dat vee, zooals schapen en varkens, die oudtijds niet alleen op de dorpen maar ook in sommige steden vrij rondwandelden en waarvoor de roosters onbegaanbaar waren, niet op het kerkhof en in de kerk doordrongen.
In de Navorscher, Jrg. 15, blz. 258 wordt gezegd dat men ze ook legde om volgens het oude bijgeloof den duivel, die met zijne bokspooten daar niet op kon staan en gaan, te beletten, om op het kerkhof en in de kerk te komen. De schrijver zegt echter dat deeze betekenis niet geheel zeker is. Zie aldaar verder en voorts: Jaarg. 16, blz. 35, 98, 99, 258, 328, 354. Zie ook Moll: Kerkgeschiedenis van N. II, 3e druk, blz. 152.
Bij Occo Scharlensis, blz. 216 wordt melding gemaakt van een gevecht te Dockum in 1474, waarin gezegd wordt: Als bij (zekere Aedo Jongama) dan zijn vijanden tot aan ’t Kerkhof gevolgd was, daar ze vermits de deuren gesloten waren, niet en konden in komen, en zij hem dus vrezelijk zagen aan komen hebben ze haar ter coere gesteld. Aedo, dit siende, riep tot zijn volk: sla dood, sla dood, terstond wierde voor de Roosters een van hare Dienaers geslagen, enz.
In 1787 was er nog een ‘ijseren Rooster’ op het kerkhof te Jellum (Vrije Fries, XV, blz. 79). Volgens een zeer bejaard man, moet zich omstreeks eene halve eeuw nog de Rooster bij het kerkhof te Burum hebben bevonden, terwijl in een oud grafboek van Burum de uitdrukking voorkomt: ‘bij de drooge Rooster’.
De Roosters werden te Utrecht, bij de komst van den Prins van Oranje aldaar, opgebroken, doch om welke reden dit geschiedde is onbekend (Gron. Bijdr. t.a. pl.blz. 350).

 Posted by at 23:05