jul 012002
 

H. Zijlstra

Johannes Fockema trouwde op 15 juli 1770 te Dokkum met Trijntje van Kleffens (Cleffens), toen hij daar burgemeester was.
Op het kerkhof van Raard zijn beide begraven. Helaas zijn de grafstenen waaraan de volgende gegevens zijn ontleend inmiddels geruimd:
Johannes Fockema geb. Dokkum 12 mrt 1745 overleden aldaar 5 jan. 1820 
Trijntje Fockema geb. van Kleffens geb Raard 26 feb 1748 overl. te Dokkum 27 febr 1820 

Johannes was vroedschap en burgemeester van Dokkum en lid der Staten voor de stad Dokkum van 29 augustus 1814 tot juni 1819. Hij was de zoon van Daam Johannis Fockema, mede-vroedschap te Dokkum, en Wijtske Higt, die te Dokkum trouwden op 12 april 1733. 

Een van zijn eigen zoons was Daam Fockema, een belangrijke jurist en Tweede Kamerlid van 1822-1834. 

20-3-1789 Johannes Fockema, burgemeester te Dokkum 
‘7 sept. 1787 door de Magistraat en Vroedschap van Dokkum was gecommiteert, om met de Magistraat, benevens J. van Vliet, uit de vroedschap, G. Riemersma uit de Burger Bevelhebbers en I.K. Teijtsma uit het genoodschap, en A.M. Poutsma uit de Burger Sociteit te formeeren een Collegie ter defensie van Dokkum’. 
Hij heeft dat gedaan hoewel dat bij publicatie van 4-9-1787 verboden was. ‘Dat zij een groote verandering aan de Stadswallen hadden toegebragt, door het aanleggen van Batterijen, en het maaken van Borstweeringen, en daar kruid en koogels doen brengen’. De deurwaarder van het Hof, J.H. van Hateren met zijn dienders was buiten de Woudpoort tegengehouden, op 20 sept. ’s morgens om 7 uur. 
Durk van der Werf die als officier de wacht had wilde de mannen wel binnenlaten. De presiderende burgemeester De Roos werd daardoor gedwongen de Magistraat bijeen te roepen. Van der Vliet en Teitsma staan er op de poorten gesloten te houden. Op initiatief van De Roos wordt echter besloten de poorten toch maar te openen. Fockema en anderen met hem willen dan niet instaan voor de gevolgen, ‘dat zou de hele zaak in de wapens roepen’. Men wordt het eens dat de deurwaarder er alleen ingelaten worden zal, maar die wil dat niet.
Het vonnis is dat Johannes Fockema “vervallen van zijn post van Burgemeester en Raad in de Vroedschap te Dokkum, voorts inhabil tot Lands of Stadsregeering.”

Bron: Rentmeestersrekeningen Dokkum/ pag. 61, Nammen fan Dokkumers ut earder tiid- R.S. Roarda


Johannes Fockema (fotocollectie Ryksargyf)

Johannes Fockema

 Posted by at 23:13