nov 192000
 

R.H. Postma

Mensen die in Nederland wonen betalen belasting. Dat gebeurt al honderden jaren. Je kunt denken aan loonbelasting, wegenbelasting, omzetbelasting, hondenbelasting, onroerend goed belasting en noem maar op.

Belasting betalen vinden we niet plezierig maar het geld wordt door de regering gebruikt voor van alles en nog wat. Van het belastinggeld worden bijvoorbeeld wegen aangelegd; dijken onderhouden; ziekenhuizen gebouwd en nog veel meer zaken.

In de loop der eeuwen is het belastingheffen geregeld veranderd. Zo moest je in b.v. 1750 belasting betalen over het aantal schoorstenen dat je had, over koeien en rieren, over het aantal paarden en over het land dat je gebruikte. Hoe meer land je had, hoe meer belasting je betaalde.

Om aan meer geld te komen werden bij molens opzichters geplaatst en moest er over het malen van graan belasting worden betaald. Als je naar een ander gewest wilde en de grens overstak, moest je passagegeld betalen. En dan waren er tolhuizen… De mensen kregen er schoon genoeg van en kwamen in 1748 in opstand.

De regering heeft toen een nieuwe soort belasting bedacht die voor iedereen gelijk was, de mensen zouden hem eerlijker vinden. Dit was de quotisatie – daarin zit het woord quotum. Dat ken je wel van melk- en mestquotum. Dat is de hoeveelheid die je hebt. Zo was het met die belasting ook, hoe meer geld je had, hoe meer je moest betalen.

De belasting is in 1749 ingesteld en hetzelfde jaar ook weer afgeschaft omdat hij niet goed beviel. Maar in dat jaar zijn wel alle inwoners van ieder dorp in een belastingboek opgeschreven. Naam, beroep, of ze rijk of arm waren, hoe groot het gezin was en wat ze moesten betalen. In de lijst kun je mooi zien wie er toen in een dorp woonden en wat ze deden. Hieronder volgen de inwoners van Oudwoude:

naam, beroep, gezinssamenstelling, aanslag:

Visscher A. leeft van zijn renten, 2, 125-0-0

Goede Jan H. de, vrijgesel, 1, 10-0-0

Hiemstra jhr. W.H. v., grietman, wel begoedigt, 7 – 2, 200-0-0

Hogeveen ds. G., predikant, 3 – 1, 43-0-0

Scheltinga mevr., wegens boden op een plaats, 5, 66-0-0

Abe Wytses, tolman, redelijk in staat, 3, 18-0-0

Albert Jans, snikschipper,redelijk, 2 – 2, 15-0-0

Albert Cornelis wed., sober in staat, 1 – 2, 5-3-0

Alle Jans, welgestelde boer, 4 – 4, 50-0-0

Andris Hendriks, heeft wat boerkerij, 2 – 4, 38-0-0

Andris Jans, timmerman, 3 – 2, 15-0-0

Ate Pytters, vrijgesel, 1, 8-0-0

Bauke Tjetses, sobere arbeider, 2 – 3, 6-0-0

Binne Jans, sobere arbeider, 2 – 2, 11-13-0

Bokke Gaatses, gemene arbeider,vrijgesel, 1, 11-10-0

Dirk Pytters, sobere arbeider, 2 – 2, 8-0-0

Dirk Rommerts, wed. is arm, 1, 5-0-0

Egbert Jarigs, gemene boer, 4 – 4, 40-0-0

Einte Gerryts, sobere boer, 2 – 2, 12-0-0

Ewert Rinderts, gemene boer, 5 – 1, 38-0-0

Falk Jacobs, gemene arbeider, 2, 11-13-0

Femme Louwes, gemene boer, 3 – 3, 34-0-0

Freerk Freerks, gemene boer, 3 – 5, 43-0-0

Freerk Willems, coyker, heeft iets boerkerij, 2 – 1, 30-0-0

Gabe Doedes, gemene boer, 3 – 2, 26-0-0

Gerben Louwes, sobere arbeider, 2 – 3, 11-13-0

Harmen Harkes, gemene arbeider, 2 – 1, 15-0-0

Hedse Luitjens, gemene arbeider, 2 – 4, 14-0-0

Ype Ringers, gemene boer, 4 – 1, 44-0-0

Jacob Eelkes, gemene arbeider, 2 – 6, 20-0-0

Jan Alberts, sobere arbeider, 3 – 3, 6-0-0

Jan Geerts, snikschipper,gemeen in staat, 3 – 3, 11-13-0

Jan Hendriks, sobere arbeider, 2, 8-0-0

Jan Hendriks de jonge, gemene arbeider, 2, 11-13-0

Jan Clasen, gemene boer, 7, 48-0-0

Jan Lammerts wed. oud, dogh redt haarselfs, 1, 5-0-0

Jan Roelofs, gemene arbeider, 3, 9-0-0

Jelle Jelles, gemene boer, 4, 34-0-0

Jetse Jacobs, welgestelde boer, 5, 70-0-0

Johannes Pytters, gemene schoenmaker, 2, 11-13-0

Johannes Rienks, boer,redelijk welgesteld, 3 – 3, 50-0-0

Keimpe Heines, sobere boer, 2 – 3, 22-0-0

Klaas Lykeles, gemene boer, 3 – 6, 34-0-0

Korneles IJes, redelijk welgestelde boer, 3 – 1, 50-0-0

Korneles Willems, hovenier, gemeen in staat, 4, 11-13-0

Louw Alberts, wed. heeft iets boerkerij, 1 – 2, 12-0-0

Louw Klasen, gemene arbeider, 2, 10-0-0

Luielof Jans, gemene boer, 4, 30-0-0

Marten Freerks, gemene boer, 4, 36-0-0

Meindert Alberts, gemene boer, 5, 48-0-0

Oedts Melles, vrijgesel, 1, 8-0-0

Pytter Dirks, sobere boer, 4 – 2, 25-0-0

Pytter Heerkes, heeft iets boerkerij, 3, 17-0-0

Pieter Heines, sobere arbeider, 2 – 1, 11-13-0

Pytter Hendriks, sobere arbeider, 2, 8-0-0

Pytter Jurks, gemene arbeider, 3 – 2, 15-0-0

Pytter Pytters, sobere boer, 3, 22-0-0

Poppe Jans, sobere arbeider, 2 – 2, 8-0-0

Rempt Jans, vrijgesel, 1, 8-0-0

Rigchert Heres, mr. schoolmeester, 2 – 1, 40-0-0

Rienk Wibes, redelijk welgestelde boer, 3 – 2, 36-0-0

Rinse Michiels, gemene arbeider, 2 – 5, 11-13-0

Sake Freerks, gemene boer, 4 – 1, 30-0-0

Sape Martens, gemene arbeider, 2 – 3, 15-0-0

Sibren Sibrens, backer,bestaat redelijk, 2 – 1, 8-0-0

Syds Hendriks, sobere kuiper, 2 – 3, 8-0-0

Simen Ringers, gemene boer, 3 – 3, 39-0-0

Sytse Tjeerds, redelijk welgestelde boer, 6, 56-0-0

Sipke Ypes, sobere boer, 2 – 3, 20-0-0

Sjoerd Gosses, gemene boer, 2, 21-0-0

Sjoerd Meinderts wd., gemene boerenne, 4 – 2, 43-0-0

Tjeerd Wibes, gemene visscher, 4, 21-13-0

Trijntje Harmens, is arm dogh redt haarselfs, 1 – 1, 5-0-0

Wibe Rinses, gemene boer, 4 – 4, 50-0-0

Wibe Wibes, timmerman, 2 – 1, 16-0-0

Wibren Hendriks, arbeider, 3, 21-13-0

Wierd Etes, sobere boer, 3 – 2, 30-0-0

Willem Freerks, gemene arbeider, 3 – 3, 11-13-0

Wopke Wygers, gemene arbeider, 2 – 1, 11-13-0

De allerarmste mensen in het dorp woonden in een armenhuis of bij anderen in. Ze werden onderhouden door de armvoogdij. Daarom hoefden zij geen belasting te betalen. Op bovenstaande lijst komen ze zodoende niet voor.

 Posted by at 13:24